Het was precies zoals de weervrouw het had voorspeld.  Reeds enkele dagen moesten  alle vorige warmterecords er een voor een aan  geloven.  Binnenblijven was de boodschap, tenzij je ergens een plekje in de luwte kon bemachtigen.  Omstreeks drie uur in de namiddag had ik een zeldzaam zitje veroverd op het buitenterras van ’Hotel de Vrede’.  Alle klanten leken verdwaasd door de aanhoudende hitte en zaten stilzwijgend voor zich uit te staren.  Alexander – de jonge waard des huizes –  bracht mij een warme choco, alhoewel ik niets had besteld.   ‘Dit is er eentje van het huis’,  zei hij.  Toen viel het mij op dat iedereen, man of vrouw, jong of oud, warme choco aan het slobberen was.  Het ganse tafereel leek zo onaards dat ik me ernstig afvroeg of ik  een dezer dagen een zonneslag had opgelopen. Terwijl ik aan het dagdromen was had ik de jonge vrouw niet opgemerkt die plotseling aan mijn linkerzijde stond en vroeg of ze naast mij mocht plaatsnemen, de enige vrije plaats op het schaduwrijk terras.  Ik knikte instemmend en lachte haar ietwat verlegen  toe.  De dame in kwestie was groot en slank en helemaal in het wit.  Haar lange goudblonde haren liet ze op haar smalle schouders rusten.  ‘ Mijn naam is Mia’, fluisterde ze  en vroeg vervolgens hoe ik heette.  ‘Han’, antwoordde ik ‘Jo Han om precies te zijn.’  ‘Klinkt een beetje Chinees voor mij’, zei de vreemde dame in maagdelijk wit en zette meteen de toon voor een lange conversatie.  Toen ik op het punt stond het gesprek af te ronden vroeg ze mij op de man af ‘kan jij nog dromen Jo Han?’  Er ging een koude rilling door me heen toen ze mijn naam uitsprak.  Nooit eerder had een vrouwelijk wezen mij op die manier aangesproken.  Ik hoopte dat het aan haar voorbijging dat ik lichtjes bloosde.  ‘In geen enkel geval’, herpakte ik mij, ‘dat soort dromen durf ik  helaas niet  meer te dromen in deze keiharde, niets en niemand ontziende wereld waar er geen enkele plaats meer is voor dromers en romantici zoals ik.  Daarenboven moet ik binnenkort voor eeuwig en altijd afscheid nemen van een goeie vriend en zielsverwant en dat valt mij uiterst zwaar.’  ‘Ik heb serieus met jou te doen, Jo Han’, probeerde Mia mij te troosten, “maar hoe dan ook mogen wij het dromen nooit of te nimmer opgeven, in welke situaties we ook verzeild geraken.’  Voor mij was het zonneklaar, Mia had het Licht gezien. ‘Laten we er eentje op drinken’, stelde ik haar voor  ‘en vertel me ondertussen  alles wat je weet over… het Licht.’

 ‘Wie is die Mia eigenlijk’, vroeg mijn vrouw terwijl ze mij met de allergrootste moeite wakker probeerde te schudden.  ‘De vrouw van mijn dromen, in de letterlijke zin van het woord’ zuchtte ik, nog enigszins versuft van die uiterst vreemde droom.  ‘Straks tijdens het ontbijt wil ik er alles over horen’, benadrukte zij  ‘Van A tot bijna Z’ beloofde ik haar heel plechtig.  Over die ‘coup de foudre’ die ik kreeg toen Mia mijn naam uitsprak zou ik misschien wel beter zwijgen als vermoord..   ‘Maar hoe zie je er uit’, riep mijn echtgenote toen ik beneden kwam voor het ontbijt, blijkbaar  heb je de laatste dagen alle waarschuwingen van de weervrouw in de wind geslagen en veel te lang in de verschroeiende hitte  rondgelopen zonder enige bescherming tegen het verraderlijke zonlicht.  Als je het mij vraagt heb je een ferme zonnesteek opgelopen of een slag van de molen gekregen, vandaar je vreemde droom van vannacht.’

Toen ik enkele dagen nadien langs ’Hotel de Vrede’ passeerde kwam Alexander naar me toe en zei ‘à propos kameraad, die wondermooie dame in het wit die recentelijk naast jou zat op het terras heeft een enveloppe achtergelaten te uwer attentie. Totaal van de kaart opende ik de briefomslag, nam het kaartje er uit en las: Dankjewel  Jo Han voor de vertrouwelijke babbel.  Ik hoop van harte dat je mettertijd opnieuw zal kunnen dromen. Tussen haakjes: het traktaat dat je mij had beloofd heb ik met veel plezier zelf betaald, gezien je van het ene op het andere moment uit mijn leven was verdwenen.   Het ga je verder goed Jo Han en wellicht …tot nooit meer…

Johan Devos – 8 september 2018


Maandelijks, op de tweede zaterdag van de maand, verschijnt een column van Johan Devos op www.eDiksmuide.be. Een eigen kijk op onze wereld van vandaag, verpakt in wat fictie, met nu en dan een Diksmuidse toets. Wie ze later nog eens wil nalezen, ze worden gearchiveerd in onze nieuwe rubriek “Column”.

Deze column is buiten de verantwoordelijkheid van de redactie van eDiksmuide