Op maandag 18 juli kwam het zadeldak boven de calvarie-beeldengroep die aan de gevel van de kerk van Stuivekenskerke hangt, los. In zijn val sleurde deze het kruisbeeld mee naar beneden waardoor ook het Christusbeeld aan diggelen sloeg. Daarbij werd ook een wagen die ernaast geparkeerd stond, zwaar beschadigd. Deze schade aan de auto is inmiddels geregeld maar op het herstel van het Christusbeeld is het nog steeds wachten. Duurde de verrijzenis van Jezus volgens de bijbel drie dagen, de verrijzenis van zijn beeltenis zal in Stuivekenskerke heel wat langer duren. Omdat de kerk een beschermd monument is in een ook al beschermd dorpsgezicht moet men immers voor het herstel en de hieraan gekoppelde subsidies eerst de zegen krijgen van het Agentschap Onroerend Erfgoed. En die procedure duurt wat langer dan drie dagen …

Volgens Diksmuids schepen van erfgoed Katleen Winne heeft Diksmuide na de val van het Christusbeeld in Stuivekenskerke contact opgenomen met het Agentschap Onroerend Erfgoed. De kerk, die na de eerste wereldoorlog opnieuw werd gebouwd in de periode 1924 – 1927, is immers beschermd. Ook de beeldengroep, die bij het Mariabeeld gesigneerd is door J. De Visscher, zou uit dezelfde periode dateren. Maar ook al dateert het schadegeval van 18 juli, toch duurde het tot 25 augustus vooraleer deze diensten ter plaatse kwamen voor de analyse van de schade aan dit beschermd onroerend erfgoed. Daaruit blijkt dat in eerste instantie het zadeldak los kwam maar ook het hout van het kruis was aangetast. Hierdoor kwam ook het kruis, ook al was de voet ervan ingewerkt, naar beneden. Naast het afdak en het kruis, moet dus ook het beeld gerestaureerd worden. Maar het Christusbeeld, gemaakt uit terracotta dat wit werd geschilderd is in verschillende stukken en breuken zodat het restaureren een puzzelwerk wordt. Diksmuide moet dan ook op zoek naar een restaurateur die gespecialiseerd is in steenachtige materialen of keramiek.

Maar een restauratie zonder vooraf de nodige toelating te vragen aan het Agentschap Onroerend Erfgoed is volgens schepen Katleen Winne niet mogelijk. En voor die toelating is er een termijn voorzien van 30 dagen. Vervolgens kan men voor deze werken ook een erfgoedpremie van 60% aanvragen, aangewezen gezien de herstelkosten ten laste van Diksmude zijn. De beslissingstermijn voor de standaardprocedure voor deze subsidies neemt ook nog eens 120 dagen of 4 maanden in beslag. En dan moet er nog een dossier worden opgemaakt door de Diksmuidse administratie die hiervoor de nodige offertes moet opvragen bij de restaurateurs. Hoeveel Diksmuide hiervoor zal moeten ophoesten is nog de vraag, daarvoor is het wachten op de offertes. Maar Diksmuide stelt alvast alles in het werk om de premies te krijgen.
Rekening houdend met de trage administratieve molen, zal de restaurateur wellicht pas in 2023 kunnen starten met de restauratie. Of men in Stuivekenskerke al met Pasen 2023 de verrijzenis van het Christusbeeld zal kunnen meemaken is dan ook de vraag. (DLD)