In Diksmuide wordt er leidingwater geleverd door zowel De Watergroep, die het grootste deel van Diksmuide bevoorraadt, als door Aquaduin, het vroegere IWVA, die een klein deel aan de westelijke zijde van de IJzer belevert. Maar zij hanteren verschillende prijzen waardoor zeg maar een Pervijzenaar minder betaalt voor zijn leidingwater dan de inwoners uit het centrum. En dat verschil zal tegen 2028 oplopen tot 20% of bijna 60 euro per jaar voor gezinnen die hun verbruik beperken tot het basisvolume van 150 m³. Daarom noteerde Idee Diksmuide in haar verkiezingsprogramma dat iedere Diksmuideling hetzelfde lagere tarief moet betalen. Maar niettegenstaande Idee Diksmuide op vandaag niet alleen deel uitmaakt van het stadsbestuur maar ook een zitje heeft in de raad van bestuur van Aquaduin, lijkt een gelijke waterprijs voor iedere Diksmuideling nog altijd een verre en … natte droom.

Uit de tariefplannen, die de watermaatschappijen hebben opgemaakt tot 2028, blijkt dat de Watergroep zijn prijzen de komende jaren zal verhogen. Dit is opmerkelijk in tegenstelling tot Aquaduin die zijn prijzen wel kan laten dalen. En dat is volgens schepen Katleen Winne, die een zitje heeft in de raad van bestuur van Aquaduin, dankzij de digitale meters die men binnen deze waterdistributiegroep al gebruikt. Toch is het opmerkelijk dat hierdoor de in Diksmuide gehanteerde prijzen tegen 2028 tot 20 procent kunnen verschillen. Toch lijkt men in Diksmuide niet geneigd om heel Diksmuide te laten genieten van dit lage tarief van Aquaduin. Ook al is volgens schepen Winne het standpunt van het stadsbestuur een gelijke behandeling voor iedere burger, toch neemt het bestuur nog steeds een afwachtende houding aan. Ze kijkt immers naar de hogere overheid die eerder wel besliste dat in een gemeente geen verschillende distributiebeheerders meer mogen zijn voor gas en elektriciteit. Diksmuide rekent op een gelijkaardig decreet voor de watersector, voldoende reden om niet zelf het initiatief te nemen. Nochtans had Idee Diksmuide in haar verkiezingsprogramma voor deze bestuursperiode een gelijke waterprijs voor iedere Diksmuideling beloofd. De lage waterprijs lijkt dus vooralsnog enkel weggelegd voor inwoners van ondermeer Pervijze, Lampernisse, Oostkerke, Sint-Jacobskapelle en Stuivekenskerke die in de jaren zestig toetraden tot de IWVA.

Toch lijkt het weinig waarschijnlijk dat er nog een gelijke waterprijs komt tegen 2024. Immers, het decreet waarop Diksmuide wacht lijkt er niet te komen want gevraagd of er ook voor de watersector één beheerder per gemeente komt, geeft men bij het kabinet van bevoegd Vlaams minister Demir niet thuis. En ook Diksmuide lijkt vooralsnog niet zelf het heft in eigen handen te willen nemen via een overdracht van haar hele grondgebied naar Aquaduin.
Technisch zouden er zich geen problemen stellen, zo bleek toch uit een onderzoek dat in het begin van deze eeuw werd uitgevoerd. Dat gebeurde toen de liberalen met het Pro-kartel het stadsbestuur vormden. Ook toen was er eenzelfde vraag vanuit de liberale hoek maar haar Pro-kartel-partner leek toen ook niet gewonnen om uit de Watergroep te stappen. Dat zorgde toen eventjes voor hoogspanning binnen de toenmalige bestuursmeerderheid toen Marc Deprez, die in die periode ook al schepen was, zich bij een stemming distantieerde van zijn coalitiegenoten en stemde voor een volledige belevering door het goedkopere IWVA.
Momenteel staat de waterprijs nog niet op de politieke agenda maar de huidige inflatie kan wel leiden tot een nieuwe evaluatie van Diksmuides waterbeleid. Dan is het uitkijken welke houding Idee Diksmuide zal aannemen in het licht van haar verkiezingsprogramma. (DLD)