Busje komt zo … zo klonk de smartlap van enkele decennia terug.  Maar dat busje zou weleens vanaf eind 2021 voor Diksmuidelingen die wonen in de landelijke gebieden niet meer zo vlug kunnen komen.  Het nieuwe openbaarvervoerplan dat in december 2021 in werking moet treden voorziet weliswaar een vervoer op maat dat reizigers uiteindelijk naar een mobipunt als het station moet brengen.  Maar volgens Gert Maertens (Groen) is dit misschien wel een goed plan voor de grote steden maar is het nog niet rijp voor landelijke regio’s.  Voor Kurt Vanlerberghe (SP.a-open) zal hiermee ook de reisduur toenemen wat uiteindelijk zal leiden tot vervoersarmoede.  En daarvan zal alvast een landelijke regio als de Diksmuidse de dupe zijn.  Maar volgens Diksmuids burgemeester Lies Laridon (CD&V) wordt er nog steeds geschaafd aan het openbaarvervoersplan voor de regio Westhoek zoals het nu voorligt.  Het plan dat de Diksmuidse gemeenteraad bij de jongste zitting mocht goedkeuren bevat dan ook nog steeds enkele aandachtspunten zodat alle doelgroepen bereikt worden.  Het ontbreken van de nodige kennis of bepaalde eisen voor het gebruik van het vervoer op maat, die inspeelt op de specifieke mobiliteitsvragen van personen die anders geen toegang hebben tot de andere vervoersmogelijkheden, mag dan ook voor de Diksmuidse burgemeester niet leiden tot vervoersarmoede in Diksmuide.  Ze hoopt alvast dit doel te bereiken via een constructieve houding in de onderhandelingen hierrond.

Het treinnet wordt straks de ruggegraat voor het openbaar vervoer. Voor Diksmuide is het dan ook alvast belangrijk dat ze nog steeds beschikt over een station.  Het onderliggend kernnet, waarbij bussen rijden tussen de woonkernen, wordt verder afgestemd op dat treinnet.  En vervolgens komen de voor Diksmuide belangrijke onderliggende lagen als het aanvullend net dat bestaat uit bussen tussen kleinere steden en gemeenten.  Deze zorgen op hun beurt voor de aanvoer naar het bovenliggend kernnet en treinnet.  Ook het woon-werkverkeer en het woon-schoolverkeer maken hiervan deel uit.
Het laatste deel van deze openbaar vervoerstrechter is tenslotte het vervoer op maat dat bestaat uit enerzijds het flexvervoer, zeg maar de huidige belbussen aangevuld met private taxibedrijven en het doelgroepenvervoer. Deze worden straks aangestuurd door een mobiliteitscentrale waar men een aanvraag zal kunnen indienen om openbaar vervoer te krijgen tot bij een halte of mobipunt.  Verder zullen er, ook aan het Diksmuids station, deelwagens en deelfietsen komen.
Intussen voorziet men bij de busverbindingen reeds enkele aanpassingen.  Zo zal er binnen dit plan ieder uur een bus rijden naar Ieper die ook zal stoppen aan het Jan Ypermanziekenhuis.  Wellicht wordt hiermee het verdwijnen van het ziekenhuisbusje tussen Diksmuide en Ieper opgevangen.  Verder komt er ook een verbinding tussen Diksmuide, Alveringem en Lo die ook Nieuwkapelle en Oudekapelle zal bedienen.  Tenslotte komt er ook een vaste lijn naar Koekelare wat ook de bereikbaarheid van Beerst  met het openbaar vervoer moet verbeteren.
Maar op andere lijnen zullen er dan weer minder bussen rijden.  Hiervoor nam men het huidig aantal gebruikers als uitgangspunt.  Maar de periodes die hierdoor ontstaan zonder vast openbaar vervoer zouden vervolgens moeten opgevangen worden door vervoer op maat.  Het is voor burgemeester Laridon dan ook belangrijk dat de vervoersregio Westhoek over het tweede grootste budget beschikt om  dit vervoer op maat uit te werken.
Toch wil Diksmuide dat de buslijn naar Nieuwpoort die in het huidig plan nog wordt afgebouwd, opnieuw geherwaardeerd wordt met een hogere frequentie wat vooral de verbinding tussen Pervijze en Nieuwpoort ten goede moet komen.  En ook de lijn naar Oostende zou opnieuw ieder uur een rit moeten krijgen.  De lijn naar Roeselare zou dan weer zijn huidige frequentie blijven behouden.

Raadslid Kurt Vanlerberghe vreesde nog dat levensaders naar Oostende en Roeselare uiteindelijk zullen afgebouwd worden onder druk vanuit deze steden waar politieke zwaargewichten andere prioriteiten zullen hebben dan een verbinding naar Diksmuide.  Verder vond hij dat dit plan ook aandacht moet hebben voor mensen die geboren zijn in landelijke gebieden.  Hij antwoordde hiermee op wat hij als de harde visie van N-VA omschreef.  Deze laatste had gesteld bij monde van haar raadslid Bert Laridon dat een minder goede bereikbaarheid van de landelijke gebieden met het openbaar vervoer een consequentie is als men kiest om landelijk te gaan wonen.  Voor het N-VA-raadslid moet dit dan ook gezien worden als een stimulans om in steden te gaan wonen. (DLD)