De Vlamingen worden opgeroepen deze zomer in eigen land op vakantie te gaan, van Leut tot Lampernisse genieten van de Vlaamse natuur, zo luidt de oproep van Vlaams miniser Zuhal Demir.  Het vakantiegeld dat in eigen land wordt gespendeerd kan de economie weer op gang brengen, om de horeca te steunen.  En de Vlaamse natuur kan daarvoor een aantrekkelijk decor vormen.  Maar Blankaartconservator Guido Vandenbroucke heeft zijn bedenkingen.  Er rest immers volgens hem sowieso nog weinig van de Vlaamse natuur.  En wat rest is dermate kwetsbaar dat het eigenlijk niet voor het publiek kan worden opengesteld.  Toch moeten de natuurgebieden, nu de economie kwakkelt, redding brengen.  Maar de voorbije weekends moest men vaststellen dat deze schaarse natuur nu onder de voet wordt gelopen.  De Vlaming loopt, quadt, kajakt, ruitert, vist, kampeert waar hij goesting heeft.  Hij vreest dan ook voor de prijs die de natuur zal moeten betalen als deze zomer het massa-toerisme de natuurgebieden gaat opzoeken.

De Blankaart kreeg, na de oproep van Vlaams minister Zuhal Demir, al een voorproefje van wat het deze zomer kan worden.  Op een zondagnamiddag zagen de drie ezeltjes in de ezelweide nabij de putrellebrug langs het Blankaartpad minstens vijfhonderd wandelaars passeren. Het aantal honden werd niet geteld, het aantal leibanden … evenmin … ’s Morgens heeft men nog drie quads uit het Rhillebroek gehaald die het fijn vonden om door de hooilanden te crossen. De grutto’s en wulpen daarentegen vonden dat minder aangenaam.  En op zondagmiddag moest ook de gezellige picknick van een gezin worden onderbroken. Ze hadden immers de broedzone van de grutto’s achter de hoeve het Madeliefje als de meest idyllische plek gekozen om hun picknickdeken te spreiden.  In de namiddag kregen nog eens vier kajakkers de boodschap dat ze best aan wal kwamen om hun kajak zo snel mogelijk in te laden en te vertrekken. Ze waren immers al de hele dag de wilde wateren van de Blankaart aan het verkennen.  Tenslotte werden nog een groep ruiters opgemerkt die door de broeken van Merkem aan het galopperen waren.  Voor Guido Vandenbroucke zijn het maar voorbeelden van enkele incidenten, maar het lijstje is bijlange niet volledig.  Bij de tussenkomsten kreeg men daarbovenop nog een pak commentaar, de verwijten, het onbegrip,  …  De conservator van de Blankaart vreest dan ook dat die schaarse natuur straks ook onder de voet wordt gelopen.  Maar dat zal dan ook maar aan het coronavirus te wijten zijn en de prijs zijn die men moet betalen om de economie te redden, zo voegt hij er nog cynisch aan toe.
Had minister Demir aan haar oproep om straks in eigen land op vakantie te gaan, ook de aanwerving gekoppeld van voldoende natuurwachters die de in-eigen-land-op-vakantie-zijnde-Vlamng op de paden kunnen houden, dan had ze volgens de conservator Vandenbroucke goed werk geleverd en zich meteen ook onderscheiden van haar voorgangers. Helaas.

Intussen wordt er door de vrijwilligers ook gewerkt op de Blankaart waar de alles overwoekerende exotische waterteunisbloem wordt aangepakt.  Deze waterplant heeft zich immers op verschillende plaatsen in het natuurgebied van De Blankaart gevestigd.  Om te voorkomen dat ze de waterpartijen volledig zou overwoekeren met dikke drijvende matten, probeert men de waterteunisbloem zoveel als mogelijk te verwijderen. Een zware klus; handenarbeid in en op het water op soms heel moeilijk te bereiken plekken. Vorige week zaterdag ging al een groep vrijwilligers dit gevecht aan en op zaterdag 6 juni wordt de strijd verder gezet want dit titanenwerk zal nog enkele keren moeten herhaald worden wil men deze exoot terugdringen en onder controle houden.  Wie wil meehelpen is welkom om 13.30 uur aan het atelier op De Blankaart.  Omdat er wordt gewerkt in, langs en op het water, wordt er gevraagd droge kledij mee te brengen voor na het werk. (DLD)