Vorig weekend zag conservator Guido Vandenbroucke niet minder dan 123 Grote Zilverreigers neerstrijken op de Blankaart in Woumen.  Deze grote concentratie aan Grote Zilverreigers is meteen een recordaantal voor Vlaanderen.  Vogelkijkers rond de Blankaartvijver hadden de jongste jaren al een stijgend aantal Grote Zilverreigers opgemerkt maar 2014 lijkt dan toch het absoluut recordjaar te worden.  Een mogelijke verklaring schuilt volgens conservator Vandenbroucke in het grote voedselaanbod.  Dit jaar was niet alleen een heel goed muizenjaar, daarnaast is er ook het zachte weer van de voorbije weken.  Momenteel blijft het nog bij overwinteren, broeden doet deze soort er nog niet.  Maar Guido Vandenbroucke hoopt dat hierin misschien al komende lente verandering komt.

De Grote Zilverreiger heeft een slanke, lange hals en gigantische witte vleugels.  De snavel is geel van kleur en in de zomer is ze voorzien van een zwarte punt.  In de vlucht is de Grote Zilverreiger te herkennen aan de gebogen hals, de lange vleugels en de trage vleugelslag.
Doet deze Grote Zilverrieger het nu dus bijzonder goed, toch komt de soort uit een diep dal.  Rond de vorige eeuwwisseling was hij zelfs met uitsterven bedreigd.  Oorzaak was toen de handel in sierveren die gebruikt werden voor dure hoeden en luxekledij.  Zo werd op de markt in Londen in 1910 nog zo’n 1.000 kilogram reigerveren verhandeld, goed voor 290.700 gedode zilverreigers.
Maar nu zijn de aantallen dus opnieuw opvallend hoog.  Komt de Grote Zilverreiger oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa, de laatste decennia heeft ze zich verplaatst naar het noorden en het westen.  Zo is er momenteel sprake van zo’n 200 broedparen in Nederland en het is die broedpopulatie die nu in Vlaanderen opduikt.  In 2012 vestigde zich het eerste broedpaar in België, met name in Ploegsteert.
Dat ze nu in grote getale opduikt in de Blankaart kan wellicht ook niet los gezien worden van de uitgevoerde natuurinrichtingswerken.  Hierdoor kunnen de reigers, nadat ze overnacht hebben in het Blankaartgebied, “aanschuiven” voor een rijkgevulde ontbijttafel aan de waterkant en in de slootjes.  Daarna vliegen ze opnieuw weg en verspreiden ze zich over de IJzervallei, zoekend naar een steviger maal.  Grote Zilverreigers lusten vissen en amfibieën die ze in ondiep water kunnen verschalken.  Maar op wei- of hooilanden mikken ze ook wel eens op kleine zoogdieren als muizen, mollen of zelfs ratten mee.  (DLD)