Dit voorjaar streek een jong koppel zeearenden neer in de Blankaart. Waar in eerste instantie werd gedacht aan een kort verblijf, zit het koppel die, met een knipoog naar de pioniersfamilie Kempynck intussen de namen Betty en Paul kregen, er nog. Meer nog, ze zijn nu ook gestart aan een nest. Dat is een Belgische primeur. Intussen is er een oproep van Natuurpunt om verstoring van de vogel en zijn omgeving maximaal te vermijden. De zeearenden zijn immers het gevoeligst voor verstoring tijdens de nestbouw. Vanop de wegen, maar ook vanop brug van het park, zijn de machtige roofvogels perfect te bewonderen met het blote oog, een verrekijker of telescoop.

Een vereiste voor een verlengd verblijf van de zeearenden was dat ze tijdens de zomer voldoende voedsel vonden, in de winter is er namelijk sowieso voldoende eten. Zo stonden tijdens de zomer vooral overzomerende ganzen en meerkoeten, maar ook al eens een muskusrat of een koereiger op het menu. En straks zal volgens Blankaartconservator Guido Vandenbroucke het voedselaanbod nog toenemen als de duizenden kolganzen uit het noorden in de IJzervallei komen overwinteren. Intussen zijn de zeearenden begonnen met het bouwen van een nest. De zeearenden, die tot de grootste Europese roofvogels behoren met een vleugelspanwijdte van 2 tot 2,5 meter, bouwen hun nest op de plek waar ze afgelopen voorjaar een koppel broedende buizerds hebben weggejaagd en waarvan ze toen vervolgens het nest hebben platgewalst. En bij het kiezen van hun locatie hebben ze ook gedacht aan de Blankaartbezoekers. Ze kozen immers voor een wijdvertakte stevige wilg aan de binnenrand van de Blankaartvijver. Zo is het nest in wording zichtbaar zowel vanop de romantische boogbrug tussen het Blankaartpark en de vijver, als vanuit een vogelkijkhut of -toren. Het luchttransport van forse takken is vooral in de voormiddag waar te nemen.

En dat ze nu al beginnen met de nestbouw lijkt wat vroeg maar dat is het volgens de conservator niet. Het nest van een zeearend is immers een stevig en groot takkennest van minstens 1 m². Gezien ze het jaarlijks opnieuw gebruiken en steeds wat uitbreiden, moet het een stevig fundament hebben. Hierdoor kunnen nesten die tot 2 m² groot kunnen worden wel een halve ton tot een ton wegen.
Als het koppel zeearenden, die wellicht afkomstig is uit Nederland waar deze roofvogels al sinds 2006 zijn beginnen broeden, volgend jaar echt gaat broeden in Woumen zou dat wellicht voor het eerst sinds eeuwen zijn. Een primeur voor België én de Blankaart.

En dat de zeearend op de Blankaart wil komen wonen is tenslotte volgens conservator Guido Vandenbroucke mede te danken aan de vele inspanningen die de vrijwilligers en Natuurpunt de voorbije jaren geleverd hebben om van de Blankaart topnatuur te maken. De zeearenden, die met hun opvallende krachtige gele haaksnavel en imposante klauwen een onvergetelijke verschijning zijn, vinden immers op de Blankaart wat ze nodig hebben : rust en bescherming, voedsel en een boom om een nest te maken. (DLD)

Foto : werkgroep De Kerkuil