Diksmuide heeft opnieuw een kraamafdeling, met name in het natuurreservaat De Blankaart. Ver weg van het publiek is daar immers een belangrijke broedkolonie die volgens conservator Guido Vandenbroucke wit en blauw kleurt. In een moerassig wilgenbroekbosje van drie hectare (foto), broeden blauwe reiger, lepelaar, kleine zilverreiger en koereiger vredig naast mekaar, tot soms in dezelfde wilgenstruik. Het is, zelfs met een drone, moeilijk te bepalen hoeveel lepelaars en reigerachtigen er broeden maar het zijn er tientallen.
Zo heeft men vorig weekend met de vogelringers een halve hectare van het gebied gecontroleerd om nesten te tellen en eventueel kuikens te ringen. Het ringwerk vergt wel een goede conditie, zo niet wordt men door het moeras opgeslorpt. Het wetenschappelijk onderzoek vraagt dan ook heel veel van de terreinwerkers
Maar het resultaat was mooi want in deze toch wel relatief kleine zone trof men vijf nesten aan van lepelaars, tweeëntwintig nesten van blauwe reigers en drieëndertig nesten van koereigers. De nesten van de kleine zilverreiger (en misschien ook dat van een grote zilverreiger, gezien zijn aanwezigheid) liggen buiten de gecontroleerde zone.
En dankzij het ringen weet men nu ook dat ondermeer de blauwe reigers en lepelaars die op de Blankaart geboren zijn, rondtrekken doorheen West-Europa tot zelfs in Marokko en ook het Kanaal durven over te steken.
Maar het grote aantal nesten van koereigers in deze kleine zone heeft wel conservator Vandenbroucke en zijn vogelringers verbaasd. De soort neemt dan ook in onze regio duidelijk heel snel toe. De nesten van de koereiger zijn heel klein in vergelijking met andere reigernesten en lijken met wat samengegooide takjes op een duivennest. (DLD)