Het Diksmuids station wordt nostalgie
Vele gepensioneerde NMBS-ambtenaren en arbeiders zullen vreemd opgekeken hebben bij de foto van onze burgemeester Lies Laridon die in dagbladpers voor hùn station poseerde. Nee, niet met de blijde boodschap, dat hùn station mocht openblijven, maar om te vertellen, dat hùn station een nieuwe bestemming zal krijgen.
Het Diksmuidse station was een levende entiteit van een stationschef, administratieve bedienden, onderhoudspersoneel en ‘gele vesten’ die op tijd en stond instonden voor de goede werking van sporen en wissels. Het station was een volle wachtkamer voor de studenten die op zondagnamiddag naar Gent en Leuven vertrokken én een schuilplaats voor de pendelaars bij regen en winterkoude. Al die treinreizigers worden letterlijk buiten gekegeld.
Het Diksmuids station is nu de nostalgie van een piepende deur, een warme welkomsthal en een vriendelijke loketbediende. Het wordt een onbeduidend gebouw als stopplaats op een IC-spoorverbinding. De NMBS spoort op inkrimping van het personeelsbestand en op digitalisering. Dé toverformule.
Marie-Thérèse Vandecasteele, Diksmuide
Waarom die haast en spoed bij ’t Saam
Er is al heel wat te doen geweest rond dit dossier van de uitbreiding door verbouwing en nieuwbouw van de campus op de Cardijnlaan, met de bedoeling op die locatie twee campussen tot één campus samen te brengen. Ik was aanwezig tijdens een gedetailleerde toelichting van de plannen en van de voorziene timing daarrond. Daar werd ook een korte toelichting gegeven over het systeem waarmee de Vlaamse Overheid onderwijs infrastructuurwerken financiert.
Deze financieringsmethode is eigenlijk het uitgangspunt geweest van de hele operatie waarbij noodgedwongen de plannen voor die ene gezamenlijke campus uitgewerkt werden op de bestaande niet conforme locatie aan de Cardijnlaan. Op korte termijn de enige mogelijkheid wil men snel realiseren. Rijst dan wel de vraag waarom alles zo snel moet. Dus eigenlijk de omgekeerde wereld. De plannen worden aangepast aan de bestaande rigide financiering in plaats van een nieuwe financiering te zoeken voor totaal nieuwe plannen. Dat laatste is dan inderdaad de langere termijn
In de specifieke context van Diksmuide wordt er hierdoor een kans gemist om op een andere in veel opzichten betere locatie een volledige nieuwe campus te bouwen. Ik heb in dit verband geen weet van enig zoekwerk binnen de aanslepende opmaak – herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Diksmuide (GRS). Dit is een zeer bedroevende vaststelling.
Met vriendelijke groet
Jan Colaert
Regenwater een kostbaar product
Hoeveel miljoen liter regenwater zou er jaarlijks via de kerkdaken in de riolering vloeien? Op het Diksmuidse grondgebied staan 15 kerken. Veel van het regenwater dat op die kerkdaken valt, vloeit nu weg naar de riolering of naar oppervlaktewateren.
Een gemiddeld gezin verbruikt jaarlijks ongeveer 73.000 liter water en veel gezinnen hebben naast het water van de watermaatschappij, geen eigen regenwaterput. Kerken zijn grote gebouwen waar doorgaans erg weinig water wordt verbruikt, waardoor het ook nooit werd opgevangen. Mijn inziens is het dan ook nodig om deze gigantische verspilling om te buigen en in de toekomst te kijken wat de mogelijkheden zijn. Zo kan men volgende vragen stellen: Hoe en waar kan je het water opvangen? Of is infiltratie misschien een beter idee? Hoeveel afvoerpijpen heb je nodig om het water naar de juiste plaats te sturen? Wat zou je kunnen doen met het water? Kan de buurt hierin betrokken worden? Iedere kerk en iedere buurt is anders en dat zorgt telkens voor andere mogelijkheden en scenario’s.
Kan men in de nabijheid van iedere kerk een bufferzone aanleggen zodat regenwater kan gestockeerd worden ten behoeve van de landbouw in erg droge perioden? Zoals veel mensen die met het klimaat bezig zijn hoop ik om bij iedere heraanleg van een kerkhof of de omgeving van een kerk, te kijken wat er met het regenwater kan gebeuren. Veel aanpassingen hoeven niet eens duur te zijn en zijn soms makkelijk te realiseren. In elk geval kan men voor bepaalde projecten het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer aanspreken; een samenwerking tussen Indaver, Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen en de Koning Boudewijnstichting.
Stof om over na te denken en zo een ruggensteuntje te geven om de klimaatverandering te beperken. Meer info via : www.fdme.be
Ludwig Vandenbussche
Gebladerte op de stoep
Fluvius als buur is niet alles. Nutteloze oproep van vuil snoeiwerk is niet alles in de zomer en het resterende dat er bovenop ligt droogt wel op en overgroeit tegen een volgende snoeibeurt. Maar het gebladerte dat van die grote bomen komt stapelt zich zo maar op en bij nat weer viel er een paar dagen terug een mevrouw die ik met alle moeite overeind hielp .Ik meldde de technische dienst en hoopte dat deze zo spoedig mogelijk zou komen opruimen…. Want geloof me hoe vuiler het wordt hoe slordiger ook de omgeving dit nadoet en het ook laat rotten voor de rest van de winter. Niemand komt even vaststellen omdat alles zo maar verder mag verergeren. Ik heb een grote groene container en laat mijn groen niet rotten. Mijn hoving afgezet met houten panelen zit volledig ingekleed in ’t groen. Vroeger werd je beloond voor een mooie hoving . Nu bouwt en zet men alles wat onveilig of gelijkt op koterij .Voor mijn 90ste deed ik nog alles, maar ik vertik het om me nog af te matten hoe duur het ook komt voor alle onderhoud . Wie komt even langs voor een vaststelling aub ?
Georges Lanssens
Hoera, het nieuwe CM-kantoor is er
Prachtig, in een modern appartemensgebouw, volgens de laatste nieuwe snufjes, en héél centraal gelegen. Wat een verademing na de desolate, tijdelijke locatie in het Polderpand, slechts bereikbaar langs een hobbelig wegeltje tussen ongesnoeide struiken en barstoelen van een café dat vele geheimen herbergt, waarbij elke bezoeker, die zich toevallig meldde in het CM-kantoor, werd aangekeken als een rare vogel die zich onmiddellijk moest legitimeren.
Anders dan vroegere tijden, toen iedereen binnenstapte, wat vies rondkeek in het volle zaaltje, en toch geholpen werd door Johan of Jacky. Zij kenden de meeste van hun pappenheimers. Zij vervulde hun job met schwung en snelheid, en vonden alsnog de tijd om een persoonlijk vraagje te beantwoorden. De inkom was ‘volks’ d.w.z. toegankelijk voor iedereen.
Nu druk je op de knop om je ‘aan te melden’. Geen schurend scharniertje, , maar moderne domotica en Sesam opent zich. Meneer meldt zich aan bij de receptie voor een afspraak. “Om welk probleem gaat het?” vraagt de vriendelijke juffrouw. “Medisch beroepsgeheim” antwoordt de man. De juffrouw glimlacht. Met één muisklik consulteert ze zijn hele dossier. Drie dagen later meldt zijn vrouw, die speciaal van Leke, of Oudekapelle moest komen, zich aan : schoorvoetend, want het rolluik van de receptie is dicht. De gang is leeg en er brandt geen licht in de kantoren. Toch wel één lichtpuntje. Een bediende komt aangewandeld. Vakkundig behandelt zij het dossier. Zij eindigt met : “Je mag die documenten ook gewoon in de brievenbus gooien hoor.” Gewoon, facturen van meerdere honderden euro’s, die toch een woordje uitleg behoeven, anoniem dumpen ?
De digitale behandeling verloopt vlot en accuraat ; de terugbetaling evenzeer. Chapeau voor de CM. De menselijke schakel vervangen door codes, wachtwoorden en ellenlange cijferreeksen : het is een bedrijfscultuur die serieel toegepast wordt door alle grote – zelfs dienstverlenende – organisaties. Wie draagt zorg voor de achterhoede ? ..
Robert Pil