Samen sterk door ’t saam te werken…

Samen sterk door ’t saam te werken…

Enkele jaren terug deed er zich een kleine aardschok voor in een hooggelegen deelgemeente van Houthulst.  Die lichte schok – onzichtbaar op de schaal van Richter – was echter niet te wijten aan het feit dat dit leuke dorp zich situeert op de top van een hoge berg maar omdat er zich op die heilige plaats een bovenmenselijk drama heeft afgespeeld.  De tragedie deed zich voor in een medisch pedagogisch instituut voor mensen met een beperking.  Zonder enige wettige reden heeft Maria – de moeder van de goede God –  ’t saam met een heel nest autochtone en allochtone engelen, haar C4 gekregen met als logisch gevolg dat het kleurrijke gezelschap van de ene op de andere doordeweekse dag, doorweekt en onderkoeld – want het regende lelijke oude wijven – op straat stond.  Van een opzegvergoeding was er geen enkele sprake zelfs al deed het bovenmenselijk drama zich voor onder het toeziend oog van de christelijke, socialistische en liberale vakbondsafgevaardigden.  Sommigen onder die rare lui hebben achteraf zelfs een feestje gebouwd tot in de vroege morgenuren.  Hetzelfde fenomeen deed zich vandaag voor in onze stad aan de ijzer.  Sint Aloysius, een doodbrave heilige met een onbesproken reputatie, kreeg van de directie van een fusieschool zijn C4  op een A4 en mocht, na 150 jaar trouwe dienst, zijn rats versleten valies pakken, zonder enige opzegvergoeding en tevens onder het toeziend oog van de christelijke, socialistische en liberale vakbondsafgevaardigden.  Van een gepland feest tot in de vroege morgen heb ik voorlopig nog geen enkele weet. De vraag die iedereen beroert is of de twee voornoemde feiten iets met elkaar te maken hebben alhoewel er ijzersterke vermoedens zijn dat er boze krachten, met de Satan aan het hoofd, hun krachten aan het verenigen zijn om ’t saam, alles wat te maken heeft met heiligen, sinten of goden, met de grond gelijk te maken. Vreemd genoeg is dat de plaatselijke kerkelijke gezagsdragers doen alsof ze een bloedneus hebben. Misschien is er eentje onder hen die zich om de een of andere duistere reden heeft laten inpakken en moeten de anderen hun lippen vroom op elkaar houden.  De toekomst zal het uitwijzen.  Of misschien juist niet…

Johan Devos – 21 januari 2018


 

De warmste week van het ganse jaar

De warmste week van het ganse jaar

Op een mistige maandagmorgen in december hadden Bert en Sien mij gevraagd om hun kelder te dichten. In een eenvoudig gedicht van een tiental verzen heb ik de klus geklaard. Toen ik, opgelucht en voldaan, het stijlvolle etablissement verliet botste ik frontaal op een blonde dame van middelbare leeftijd in een afgedragen bontmantel en veel te hoge hakken. Haar ogen schoten vuur alsof zij op elk moment in vlammen kon opgaan. Uit veiligheidsoverwegingen deed ik enkele passen achteruit. ‘Kan je niet beter uit je ogen kijken ”stommeling” of ben je misschien blind’ snauwde het onmens mij luidkeels toe. ‘Vrede op aarde aan alle mensen van goede wil, oogverblindende schoonheid’, suste ik haar – de kerstboodschap indachtig – maar veel liever had ik haar verwijt beantwoord met de meerkeuzevraag ‘excuseert u mij blondie, welke naam associeert er – naar uw bescheiden mening – het best met uw persoonlijkheid en outfit: bitch, kakmadam of kutwijf? Ik geef u tien seconden bedenktijd en mocht u geen antwoord vinden binnen de limiet mag u gerust een gok wagen.’ Met dank aan mijn gezond verstand en zelfbeheersing heb ik mij op de valreep kunnen bedwingen Gelukkig maar want in tijden van grensoverschrijdend gedrag is het aangewezen om op je woorden te letten, vooral op woorden waar een … geurtje aan zit. Ondertussen was het monster met de vuurspuwende ogen uit mijn gezichtsveld verdwenen. Een Afrikaanse man die de autochtone aanvaring had zien gebeuren, stapte naar me toe, legde zijn zwarte hand op mijn blanke schouder en informeerde heel bezorgd of alles oké was met mij. Ik had de man onlangs ontmoet in gezelschap van zijn Afrikaanse vriendin, tijdens een lange wachtrij aan de kassa van een supermarkt. Hij is fulltime werkzoekende in de bouw en zijn vriendin is halftijds werkzaam in de poetsdienst en halftijds …zwanger. Sedert onze eerste ontmoeting doen we steeds een babbel als we elkaar – op een weliswaar beschaafde manier – tegen het lijf lopen. Het ebbenhouten koppel communiceert met mij in ‘Nederlands voor beginners’ en ik praat met hen in ‘gebroken Congolees.’ Dat geeft ons het mondiaal gevoel dat wij openstaan voor elkanders cultuur. Bij elke ontmoeting valt het mij op dat Afrikanen een intrieste blik hebben, wellicht te wijten aan het feit dat onze westerse samenleving een stuk killer is dan de hunne met uitzondering van onze warmste week van ‘t jaar. Men zegt van zwarten dat ze… zwart zijn en recht voor de vuist, wat ze soms iets te letterlijk durven nemen omdat zij niet echt wakker liggen van één of twee blauwe plekken gezien blauw op zwart heel moeilijk te onderscheiden is. Van blanken wordt gezegd dat dat ze niet altijd te vertrouwen zijn, vooral diegenen die het voor het zeggen hebben. Met hun rechter geven ze je een hand en met hun linker een fikse boete. Gisteren ontmoette ik mijn Afrikaanse vriend opnieuw aan de kassa van een supermarkt. Zijn blik stond op oneindig. De immer vriendelijke kassierster van allochtone afkomst met haar fel geschminkte cinema ogen deed een vergeefse poging om een glimlach los te futselen van zijn triest gezicht. ‘ Vergeet je factuur niet’ grapte ze, toen ze hem glimlachend goede avond wenste, wellicht niet beseffende dat Afrikanen alles kopen in het zwart. Bijgevolg werd mijn Congolese vriend nog een stuk triester dan voorheen. In het naar buitengaan gaf ik de zichtbaar aangeslagen man een doosje ‘La vache qui rit’ in de stille hoop dat de brede glimlach van de lachende koe aanstekelijk zou werken en …jawel, op hetzelfde moment zag ik zijn gelaat veranderen van zwart-wit naar kleur. ‘Doe de groeten aan je hoogzwangere vriendin,’ riep ik hem nog na. Twee dagen na Kerstmis kreeg ik een kaartje in de bus waarop te lezen stond, ‘Ons is een kerstekind geboren. Hallelujah! Het is een vrouwtje en het luistert naar de naam Charité, als eerbetoon aan de duizenden vrijwilligers die zich hebben ingezet tijdens de warmste week van ‘jullie’ Vlaanderen.
P.S. Wij zijn dringend op zoek naar een peter voor onze kleine meid, bij voorkeur een niet bange blanke man, met een vriendelijk en intelligent voorkomen, een lengte van exact één meter zesentachtig en …geen dikke westerse buik. Mocht jij soms iemand kennen die aan dit profiel beantwoordt Johan..?’

Johan Devos – 13 januari 2018


 

Koffie zwart of met een wolkje melk

Koffie zwart of met een wolkje melk

Sedert enkele maanden heb ik de goede gewoonte aangenomen om mij elke maandagmorgen stapvoets naar onze boterstad te begeven met eindbestemming ‘Westpoort’.   Een dergelijke  wandeling  lijkt mij broodnodig om een drietal redenen. Ten eerste  om mijn fysieke conditie onder controle te houden.  Ten tweede om inspiratie op te doen voor mijn maandelijkse column op eDiksmuide.   Ten derde…ben ik nu wel even kwijt zeker…  Maar tot daar nog aan toe.  Inspiratie voor het cursiefje van deze maand heb ik opgedaan in bovengenoemd praatcafé in combinatie met een grote verkoudheid omdat het gedurende de ganse trip constant oude en lelijke wijven regende.  Sorry voor deze ondergewaardeerde uitdrukking.  De oude wijven  zullen er  wellicht niet mee kunnen lachen. De lelijke nog veel minder. Alleluja!  Een wekelijkse klant van de ‘Westpoort’ die wenst anoniem te blijven – wat ik ten zeerste respecteer Monique – vertelde mij tussen pot en pint dat, gezien het feit ik regelmatig gespot wordt in afwezigheid van  mijn wettige echtgenote, er vurige tongen – vrouwentongen uiteraard – durven beweren dat wij niet langer meer als paar, maar als ‘onpaar’ door het leven gaan, of in eenvoudige woorden gezegd, dat wij weg zijn van elkaar.  Dat ik wég ben van mijn vrouw is een feit.  Trouwens, ik kan geen enkele reden bedenken waarom ik bij haar weg zou gaan want ze is nog steeds even Bel en Bo.  Niet dat ik haar in de etalage wil plaatsen naar aanleiding van de komende  koopjesperiode want straks is ze toch nog weg van mij met een fikse korting bovenop.  De oorzaak van dit misverstand ligt voor de hand. Het heeft te maken met een ernstig taalprobleem, eentje van ‘accent aigu’ accenten.    Er is echter een  groter probleem dat  van mijn hart moet omdat het op mijn… lever ligt.  Een soort van intellectueel probleem  waarmee ik al geruime  tijd worstel.  Telkens ik  aan mijn koffie nip voel ik een pijnscheut in mijn rechteroog, een fenomeen dat ik heb voorgelegd aan een vrouwelijke oogarts die –  nog veel liever dan Monique – wenst anoniem te blijven.  Tezelfdertijd heb ik dit verschijnsel toevertrouwd  aan een  gerenommeerd arts die zich onlangs heeft opgewerkt tot kastelein.  Beide deskundigen stonden echter met hun professionele mond vol tanden.  Of bijna vol tanden. Zelfs na vervaarlijk lang nadenken.   Alhoewel ik hen kon meegeven dat ik de pijnscheut niet voel als ik het lepeltje uit de tas verwijder vooraleer ik drink.  Nochtans lijkt een oplossing  voor dit mysterie voor het rapen.  Naar het schijnt hebben slimme mensen het nogal moeilijk met de meest eenvoudige dingen  Noem het een soort van intellectuele handicap.  Vandaar dat ik pleit voor een bijkomend ingangsexamen  voor kandidaat-studenten aan de faculteit geneeskunde waar er wordt gepolst naar het ellebooggevoel van de student.  Het zou de ziekenhuispatiënten en hun familie alvast veel nodeloze ellende besparen. Mocht u – geachte lezer van dit forum –  geen last hebben van die intellectuele dinges, gelieve u dan dringend tot mij te wenden want wellicht is er een  logische verklaring voor de pijnscheuten in mijn rechteroog.  Voor elke bruikbare tip die ik binnenkrijg heb ik een kleine beloning voorzien.  Wat dacht je  van een lekker kopje koffie, zwart of met een wolkje melk en  een speculazen koekje in een Diksmuidse koffiebar naar keuze?  A propos, aan diegenen met overgevoelige ogen geef ik nog het volgende mee: vooraleer u van de koffie nipt,  gelieve eerst het lepeltje uit de tas te verwijderen, want je weet maar nooit…

Johan Devos – 9 december 2017


 

Ga naar de bovenkant