La chausée d’ Amour

La chausée d’ Amour

Het is een vast ritueel dat ik, na het gebed van ‘dagelijks brood voor iedereen’, mijn mailbox open en de laatste berichten nalees.  Op 1 maart van dit jaar zat mijn box boordevol complimentjes ter attentie van mijn vrouw omwille van  haar uithoudingsvermogen…met iemand als ik nota bene… en dit sinds ettelijke jaren.  Diezelfde morgen zat er ook een brief tussen van een Vlaamse vereniging uit onze Westhoek, waarin hun woordvoerder een loflied zingt voor de handelaars van de Generaal Baron Jacquesstraat, voor het aanbrengen van liefdesdichten op het  uitstalraam van hun handelsuitbating.  Een half Toontje lager zingt de auteur in een ander lied waarin hij betreurt dat er individuen zijn die zich steeds verder afkeren van de man met de pet, omdat ze het Engels boven onze moedertaal  verkiezen, iets waar ik, by the way, ook van shit met hevige buikkrampen en diarree bovenop.  Sorry voor dit onsmakelijk intermezzo. Vermoed wordt dat de secretaris van het Vlas onder meer de ‘The Shelter’ viseert, een plek waar ik voor geen geld van de wereld zou willen schuilen.  Zelfs niet voor een plaatselijke seksbom.  Persoonlijk heb ik nog steeds het meest affectie voor het Nederlands, hoogstwaarschijnlijk omdat Hendrik Conscience mij consciëntieus heeft leren lezen,  Stijn Streuvels mij heeft leren schrijven en Albrecht Rodenbach mij heeft leren …drinken. Het zwijgen heb ik aan mijn vrouw te danken. Guido Gezelle tenslotte, heeft mij de liefde voor het dichten bijgebracht, kelders weliswaar niet inbegrepen.  Tweemaal heb ik de winkelstraat afgedweild en even blijven staan bij elk gedicht dat de liefde met een hoofdletter, in al haar facetten belicht.  De straat  in kwestie lijkt precies omgetoverd tot een ‘Chaussée d’ Amour’, om het in de taal van Molière te zeggen, want als het Engels kan mag het Frans ook wel zijn zegje doen zeker, des te meer omdat het onze tweede landstaal is. Het is niet omdat wij Vlamingen zijn dat wij het Frans niet in ons hart mogen dragen.  Een chanson dat ik graag wil horen op mijn uitvaartplechtigheid is ‘ne me quitte pas’ van Jacques Brel.  Ik kan haast niet meer wachten.  Toen ik daarnet voor de tweede keer de Chausée d’ Amour afdweilde viel mijn lodderig oog, weliswaar zonder enig noemenswaardig letsel, op de voorgevel van een kapsalon waar een plaatselijke kalligrafe de woorden ‘sans soucis’ had aangebracht.  Verder was ze niet geraakt, vermoedelijk als gevolg  van een black out.  Was ik daar op dat eigenste moment getuige van geweest dan zou ik haar geest hebben bevrucht en  haar zachtfluelen hand naar de volgende amoureuze tekst geleid:  ‘L’amour c’est…passer un bon moment dans ce salon d’ coiffure pour un prix d’ami et repartir d’ici..très heureux et …sans soucis.’ Tenzij deze spontane poëtische uitbarsting voor té lange wachtrijen zou zorgen en als dusdanig overbelastend voor de uitbaters van het kapsalon.  .  Een andere tekst die ik reeds een tijdje in de mot had is deze op de voorruit van een kaffee: ‘Liefde is…’t Saam in de Westpoort’ en het verwondert mij dat het afkappingsteken zich op de verkeerde plaats bevindt, gezien het vermeend intellectueel gehalte van Bert en Sien, alhoewel vrouwen moeilijk in te schatten zijn hoe …blond ze zijn in werkelijkheid. Anderzijds is dit liefdesdicht zeer dubbelzinnig en laat bijgevolg veel aan de verbeelding over, temeer omdat de meeste klanten van het dranksalon er van op de hoogte zijn dat S&B heel onlangs hun kelder hebben gedicht.  Voorbijgangers zullen zich daar geen vragen rond stellen aangezien er omzeggens geen passanten zijn.  Bijgevolg is het hoogdringend dat de naarstige neringdoeners de koppen bij elkaar steken en overleggen hoe ze nieuwe klanten naar de Generaal Baron Jacquesstraat kunnen lokken, zoals mensen die de Congolese humor van de baron kunnen smaken bijvoorbeeld.  Laat ons echter vandaag de dingen door een positieve bril bekijken want morgen kan de wereld er ‘gans anders’ uitzien voor enkele commerçanten  uit bovengenoemde straat…

Mijn ode aan de chausée d’amour

Komt allen t’ saam naar hier
met klaroenen en trompetten
om de Liefde te bespelen
in duizenden coupletten

zet uw feestneus dus maar op
en maak u klaar voor zot vertier
er is champagne voor elkeen
en heerlijk schuimend bier

wacht echter niet tot morgen
en kom inderhaast naar hier
want straks is de chaussée d’amour
opnieuw zo dood als een pier

Johan Devos – 9 maart 2018


 

De teloorgang van het katholiek gedachtegoed

De teloorgang van het katholiek gedachtegoed

Laten wij meteen de kat de bel aanbinden, in de stille hoop dat ze niet van huis is…  Onlangs las ik op de site van ediksmuide dat het Licht is ontstaan als gevolg van een botsing der gedachten.  Ik dacht eerder dat het Licht was uitgegaan bij een botsing van gedachten en baseer mij op de recente kritiek die te horen was op de bedenkers van de benaming ’t Saam, kritiek die vandaag langzamerhand aan het uitsterven is – zoals de roep van wilde ganzen – die zich gestaag naar de noordpool voortbewegen tijdens ijskoude winternachten – plaatsmaakt voor een oproep tot het staken van de strijd en de maak van een compromis.  Door plaatselijke cynici als broekschijten bestempeld, een uitspraak waar ik mij van distantieer.  Trouwens, meestal is het  zo dat de ene broekschijter de andere schijter verwijt dat hij stinkt.  Een voormalig militant van het katholiek gedachtegoed – die helemaal niet ‘overweg’ kon  met de absurde benaming ’t Saam –  heeft intussen zijn zwaard terug in de schede gestoken, hopelijk niet in die van zijn eigen vrouw. …  Misschien moeten wij met zijn allen, die tot op vandaag opkwamen voor het katholiek gedachtegoed het over een andere boeg gooien, in de wetenschap dat de teloorgang van dit erfgoed  zich ongenadig zal doorzetten. Laten we dus gewoon aanvaarden – weliswaar met grote spijt in ons ‘met zwaard doorboorde hart’ – dat Sinten van allerlei allooi er een na een zullen moeten aan geloven en wij met lede ogen moeten toezien dat onze kerken verder zullen leeglopen omdat het tijdperk van de pastoors over and out is, gezien deze wereldvreemde celibatairen geen nakomelingen hebben.  Tenzij per ongeluk dan. Elke vrijgevige katholiek herinnert zich wellicht nog de tijd dat onze Vlaamse missionarissen hun jaarlijkse vakantie in hete zwarte landen doorbrachten en financierden met de opbrengst van …missiezondag… en op eenvoudige vraag van een of andere lokale hete schone hun persoonlijke duit uit hun zakje deden, vandaar dat  er in die missielanden zoveel ‘koffie met melkachtige individuen’ rondlopen.  Sta mij nog heel even toe – waarvoor mijn allergrootste dank – om verder te  bouwen aan  mijn oproep van daarnet om de pluralistische realiteit  onder ogen te zien, waar religie meer en meer wordt doorverwezen naar het ‘kleinste’ kamertje van ons ‘grote’ huis.  Een toiletaangelegenheid zeg maar, om het in sanitaire termen uit te drukken, iets wat nochtans een aantal belangrijke voordelen kan bieden zoals het feit dat er nog slechts één enkel onderwijsnet vandoen zal zijn, wat financieel gezien ontelbare schaalvoordelen zou opleveren en oneerlijke concurrentie tussen de verschillende onderwijsnetten quasi onmogelijk zou maken.  Bovendien zou het systeem een stuk eenvoudiger zijn om alle scholen per leerling te subsidiëren, zoals de Vlaamse Onderwijswet voorschrijft en daarnaast onderstreept dat de overheid bijkomende middelen kan voorzien voor bijzondere behoeften met betrekking  tot bepaalde doelgroepen op basis van objectieve criteria.  Op die manier zouden leerlingen en hun ouders, ook effectief gelijk gesteld worden voor de wet. Dat scenario zou trouwens heel goed uitkomen voor de verantwoordelijken van de scholengroep ’t Saam want dan zouden alle gelovige, anders gelovige en niet-gelovige neuzen – haviksneuzen en wijsneuzen inclusief– in de zelfde richting wijzen.  Energieverspillende en tijdrovende discussies rond  de benaming ’t Saam zouden volgens dit scenario voortaan ondenkbaar zijn.  Een kleine stap voor het schoolbestuur en de inrichtende macht, een grote stap voor de mensheid en …een opluchting voor alle eventuele broekschijters, mezelf inbegrepen…

Johan Devos – 17 februari 2018


 

Dertig dagen zonder klagen

Dertig dagen zonder klagen

De bedenkers van bovenstaande campagne hebben zich kapot gebrainstormd over de slogan waarmee ze zouden uitpakken.  Oorspronkelijk hadden zij – allemaal telgen van het ‘zogenaamde’ sterke geslacht – de slogan in gedachten ‘dertig dagen zonder zagen’ maar omdat dit op  heftige weerstand stootte van hun amazones, hebben de softies zich uiteindelijk bedacht en  geopteerd voor ‘dertig dagen zonder klagen’.  Het aantal mannen dat onder de sloef van hun zaagkous ligt, schijnt enorm te zijn alhoewel die toegeving aan vrouwelijke druk uiteindelijk niet onverstandig bleek te zijn.  Je kan immers moeilijk verlangen dat vrouwen hun eindeloos gezaag in één enkele beweging uitstellen tot het getal dertig.  Persoonlijk zou ik reeds super content zijn mocht ik drie dagen per week  gevrijwaard zijn van die vrouwelijke dinges.  In de beginperiode van ons gruwelijk, sorry van ons huwelijk, vroeg mijn trouwboek minstens tweemaal per dag: “schat wanneer krijg ik een zoon van jou?”  Ik werd daar bij momenten zo nerveus van dat mijn grote goesting stilaan achterbleef en mijn potentie ver beneden de middelmaat van de doelgroep  potente dertigers fluctueerde.  Op een zonnige zondagmorgen in mei, na een stevig ontbijt met alles erop en eraan, sprak ik  tot mijn vrouw: “schat, weet je wat ik nu zal doen, ik zal er seffens eens gaan invliegen.”  “Gaat niet liefste”, wimpelde ze af “ en dit wegens uitzonderlijke omstandigheden, zijnde van hygiënische aard.  Hou je nog maar een zevental dagen op de begane grond”, also sprach mein liebster Schatz .  Na die uitzonderlijke omstandigheid van heel dichtbij aanschouwd te hebben en ik omzeggens met mijn neus op de feiten werd gedrukt, besefte ik maar al te goed dat het klimaat niet gunstig was om er zomaar in te vliegen.  Vanaf dat moment heb ik geleerd dat oeverloos geduld een schone deugd is en soms …een ultra propere deugd kan zijn…

Indien ik deel had uitgemaakt van de softie bedenkers van bovenstaande slogan was mijn keuze eerder gevallen op een boodschap met een vrolijke teneur zoals ‘dertig dagen positief’  alhoewel ik hier onmiddellijk een kanttekening bij maak.  We weten allemaal dat er overal op de aardbol mensen in de problemen komen door té positief te zijn, denk maar aan een zekere coureur woonachtig in de onmiddellijke omgeving van ‘Karl van den teevee’.  Laten we de pechvogel – de coureur bedoel ik  – voor de gelegenheid voluit M. P. noemen.  De onfortuinlijke renner was iemand die – gezien zijn overdosis positieve energie – bergen kon verzetten, vandaar dat hij dé favoriet was voor de bergtrui in de Tour de France van achtenzeventig..  Op de beklimming van l’ Alpe d’Huez kwam onze flandrien als allereerste  boven op de top, al had hij wel serieus zijn ‘peer’ gezien…en de koerscommissie jammer genoeg ook.  Bijgevolg werd de bergkoning stante pede gediskwalificeerd omwille van zijn te hoge dosis ‘positivisme’.  Moraal van dit intriest verhaal: ondankbaarheid is ’s werelds loon.

De campagne ‘dertig dagen zonder klagen’ kwam als geroepen voor onze politici van eigen kweek in het vooruitzicht van de komende gemeenteraadsverkiezingen.  Het gaf hen  de nodige tijd om terug op adem te komen na al dat moddergooien naar elkaar de laatste maanden.  Tijd dus om bijvoorbeeld een …‘warme’ douche te nemen al zit de kans er dik in dat een aantal politici in oktober van dit jaar, getrakteerd zal worden op een onverwachte supplementaire douche, een ijskoude douche welteverstaan, met de groetjes van de ontevreden kiezer…

Johan Devos – 10 februari 2018


 

Ga naar de bovenkant