Blankaartconservator Guido Vandenbroucke maakt zich zorgen. De stellingenoorlog tussen natuurbeschermers en landbouw lijkt maar niet weg te willen gaan. Zo’n oorlog kan volgens hem misschien aangenaam zijn voor wie graag schiet vanuit een veilige schietplek. Maar het zorgt niet voor oplossingen. En het kan anders volgens conservator Vandenbroucke. En dat tonen ook de zeearenden. Zij hebben de wilde natuur van de Diksmuidse regio nodig om te overleven maar ze houden duidelijk ook van de boer. Anders zouden ze vandaag niet broeden in de schaduw van een boerderij. Kunnen zij Diksmuide tot voorbeeld dienen?

Guido Vandenbroucke : “Straks omarmt de lente de aarde. Vogels zingen tot een partner met hen het nest wil delen, struiken en bomen tooien zich lichtgroen. Akkers blinken in het zonlicht, tractoren kruipen langzaam vooruit om de velden tot zaaibed te maken. De natuur draait overuren om alles te laten broeden, groeien en bloeien. Het is dezelfde natuur die weer volop leven brengt in de natuur- en landbouwgebieden. Voor heel wat mensen is dat blijkbaar niet evident. Ik lees nog te dikwijls artikels waarbij landbouwers en natuurbeschermers mekaar geen ruimte gunnen. Nochtans hebben beiden ruimte nodig. Als je mekaar geen ruimte gunt en daarmee mekaars noodzakelijk bestaan miskent, ontstaan er spanningen en conflicten. Het is uiteraard makkelijk om mekaar vanuit de loopgraven te bestoken met het eigen gelijk. Zo’n stellingenoorlog leidt niet tot oplossingen. Respect is de basis voor een aangename samenleving. Maar dit wederzijds respect ontbreekt nog bij heel wat individuen binnen de natuur- en landbouwgemeenschap. Soms ben ik beschaamd over hoe sommige natuurbeschermers over landbouwers praten én omgekeerd. Soms liggen gebrek aan empathie of vervreemding van de ander aan de basis. Soms ook gewoon frustraties of populistisch politiek gespin. Soms zijn er terechte bemerkingen zoals over de stapels regelgevingen die een gewone burger niet meer kan vatten en de samenwerking zwaar bemoeilijken.
We zijn fier op onze streek. In vele toeristische brochures zie ik onze gemeentebesturen uitpakken met foto’s van Blankaart en Ijzervallei en lees ik ze de lof zingen op onze uitzonderlijk mooie natuurgebieden. Dat er ruimte voor natuur nodig is, wordt telkens weer bewezen.
We zijn fier op onze streek. In dezelfde toeristische brochures wordt uitgepakt met foto’s en teksten over ‘Lekker van bij ons’, de heerlijke producten die onze boeren op tafel brengen. Dat er ruimte nodig is om ons te voeden, daar twijfelt niemand aan. “

En de conservator vervolgt : “Waarom blijft het water tussen vele natuurbeschermers en boeren dan toch nog zo diep? Straks zal ik weer genieten van de baltsende grutto’s in de valleigebieden, van de hoempende roerdomp in het riet en van de knalgele wielewaal die hoog verscholen in de populieren een vrouwtje lokt. Onze natuur doet het niet zo slecht zal ik denken. Ik zal net zo genieten van kiemende bieten of aardappelen op onze velden om dan weken later verwonderd vast te stellen dat ze zijn uitgegroeid tot een akkerbedekkend bladerdek. Goed geboerd denk ik dan.

Uiteraard is het in de natuur- en landbouwgebieden nog niet allemaal ‘koek en zeem’. Er valt nog veel te verbeteren aan de milieukwaliteit en aan de kwaliteit van ons oppervlaktewater. In plaats van zondebokken te zoeken of ons negatief op te stellen, worden we sterker door te vertrouwen op die landbouwers die net als de natuurbeschermers even bezorgd zijn over de toekomst van de aarde. Zij die innovatief bezig zijn en er via aangepaste teelt- en sproeitechnieken en -machines alles aan doen om bodem en water proper te houden en gezonde voedingsproducten te produceren.

Ons stadsbestuur is terecht begaan met de toekomst van onze landbouw in de regio en laat dit beleidsmatig goed blijken. Maar het zou constructief zijn mocht ons stadsbestuur ook met dezelfde goesting de natuurgebieden omarmen. Het zou vermeende tegenstellingen aan de basis helpen te overbruggen en een duurzaam samenleven en samenwerken stimuleren. Allez toch hen die van goeden wille zijn.”

Blankaartconservator Guido Vandenbroucke hoopt dat men in Diksmuide de wijsheid van de zeearenden zal willen delen. Het kan enkel ten goede komen aan zowel de natuur als aan de landbouw. (DLD)