De start van de maand november luidt naar jaarlijkse traditie het knotseizoen in. Meteen het sein om knotteams op pad te sturen die eigenaars van bomen kunnen helpen. Ondermeer de Regionale Landschappen waaronder het Regionaal Landschap Westhoek, doen bij de start van het knotseizoen een oproep naar extra vrijwilligers die zo mee aan het landschap willen werken.  Het aanbod is echter vaak groter dan wat de knotters aan werk kunnen verzetten. Daarom organiseren de regionale landschappen regelmatig opleidingen voor nieuwe vrijwilligers die deze ambacht willen leren.  Zo kunnen ze de knotteams achteraf versterken.

Een knotboom is geen soort op zich, maar het resultaat van een snoeiwijze: het knotten. Van heel wat bomen kan men een knotboom maken door de stam op een bepaalde hoogte af te zagen. Vaak gebeurt dat op 2 tot 4 meter hoogte. Knotbomen geven samen met houtkanten structuur aan het landschap en zijn van belang voor dieren die er voedsel vinden, een schuilplek of een veilig oord om zich voort te planten. Knotbomen vormen als groene verbindingsweg voor dieren een belangrijke schakel in het groene netwerk in ons cultuurlandschap.
Om eigenaars van knotbomen bij te staan in het onderhoud kunnen ze bij de regionale landschappen een beroep doen op zogenaamde knotteams. Die bestaan uit een ploeg van vrijwilligers die, na de nodige opleiding, het beheer van knotbomen en houtkanten op zich nemen. Ze werken gratis, maar nemen wel het brandhout mee voor eigen gebruik.

Om de eigenaars makkelijker in contact te brengen met een knotteam, werd de website www.goedgeknot.be in het leven geroepen. De website informeert en brengt eigenaars in contact met de knotteams.  Op dezelfde website vindt men ook de data voor de opleidingen van nieuwe vrijwilligers. (DLD)