Een gemiste kans.  Dat concludeert Peter Bossu, coördinator van Natuurpunt De Bron als hij Diksmuides klimaatplan bekijkt.  Ook al beweert het Diksmuids stadsbestuur het tegendeel, voor hem is dit plan allesbehalve ambitieus. Nochtans is er op vandaag nood aan radicale veranderingen, de speeltijd is voorbij.  Dat zowel milieubewegingen als milieu- en landbouwraad niet betrokken werden bij de opmaak zorgde ook voor een valse start.  Stelt Diksmuide steevast rekening te houden met de inspraak van haar burgers, dat gebeurde niet bij de klimaatproblematiek, nochtans één van de grootste uitdagingen waar deze en volgende generaties mee zullen geconfronteerd worden.  Als men het in Diksmuide ernstig neemt met het klimaat, dan begint men volgens Peter Bossu beter opnieuw en betrekt men hierbij wel burgers en bewegingen.  De toekomst van Diksmuides kinderen  en kleinkinderen smeekt om meer.

Voor Peter Bossu zijn niet alleen de vooropgestelde cijfers voor bomen en hagen allesbehalve ambitieus, voor cruciale domeinen als landbouw en openbaar vervoer die een grote impact hebben op klimaat en droogte, is er helemaal niets voorzien.  Diksmuides klimaatplan is dan ook voor hem geen plan tot 2030, het is immers veeleer een achteruitgang dan een vooruitgang.
Het aantal van 16.000 bomen die Diksmuide wil planten tegen 2030 moet alvast gerelativeerd worden.  Diksmuide telt immers 14 gemeenten en is 150 km² groot.  Met 16.000 bomen zal men maximum 6,4 hectaren bos kunnen aanplanten.  Eenzelfde verhaal met de 8 kilometer nieuwe hagen.  Voor een dergelijk gebied is dit minimaal.  Daarenboven wordt niet bepaald hoe groot deze hagen moeten zijn.   En dan zijn er ook nog de laadpalen.  Voor Peter Bossu van Natuurpunt zeer waardevol.  Maar hij vraagt toch waarom de fiets wordt vergeten.  Voor hem past binnen een klimaatplan ook een stevig fietsbeleidsplan met veilige fietsverbindingen, een degelijk onderhoud van fietspaden, veilige bergplaatsen en oplaadpunten.  En dan is er nog de ontharding van 1,6 hectaren die Diksmuide tegen 2030 voorziet.  Maar de verharding neemt nu reeds per jaar met een veelvoud toe.  Hoeveel verharding komt er zo tegen 2030 bij, zo vraagt Peter Bossu zich nog af.

En dan zijn er ook nog de vergeten punten.  Zo werd in Diksmuides klimaatplan het openbaar vervoer volledig vergeten.  Nochtans zijn voor Peter Bossu in een echt klimaatplan verkeer én openbaar vervoer kernpunten.  In Diksmuide is dat geen punt waard, voor hem onbegrijpelijk op een ogenblik waarin mensen op het platteland in vervoersarmoede dreigen te belanden.  En naast het openbaar vervoer werd ook de landbouw vergeten.  Nochtans is ook landbouw een belangrijke factor in de klimaatproblematiek.  Enerzijds dragen landbouwactiviteiten bij tot de klimaatveranderingen door ondermeer de uitstoot van broeikasgassen, anderzijds is de sector ook, door ondermeer de droogte, erg gevoelig aan de verstoringen van het klimaat.  Nochtans heeft Diksmuide een unieke kans om met permanent grasland en peilverhoging net als met bossen aan CO²-vastlegging te doen.  Maar ook hier mist Diksmuide de kans om toekomstgericht na te denken over klimaat en duurzame landbouw.  Tenslotte ook geen woord in Diksmuides klimaatplan over de krimpschade waar menig dorp aan de westzijde van de IJzer mee af te rekenen heeft.  Nochtans ligt ook daar de oorzaak bij de droogte.  Waarom heeft Diksmuide daar geen aandacht voor, zo vraagt Peter Bossu zich af.

Voor de coördinator van Natuurpunt De Bron is Diksmuides klimaatplan veel te licht, de paar vellen zijn de naam ‘plan’ niet waardig, het is té mager om ook maar iets echt te keren.  Diksmuide moet voor hem dan ook dit huiswerk overdoen.  De klimaatverandering met een stijgende zeespiegel komt er immers aan en dat zal grote gevolgen hebben voor een groot stuk van Diksmuides grondgebied.  Wie dit blijft ontkennen dwaalt voor hem en speelt met de toekomst van kinderen en kleinkinderen.  Hij vraagt zich af hoeveel voorbeelden en rampen ontkenners nog nodig hebben om te geloven dat het klimaatprobleem geen verzinsel is.  Voor Peter Bossu zullen de komende tien jaar cruciaal zijn en daar hoort een écht klimaatplan bij. (DLD)