Dinsdag werd in de graskrant van de Maalderijstraat in Esen door een Klerkenaar een drietal hopen met tientallen dode spreeuwen aangetroffen.   De stadsdiensten, die door de voorbijganger op de hoogte werden gebracht, hebben de meer dan 100 kadavers inmiddels opgehaald.   Volgens schepen van dierenwelzijn Marc Deprez is de doodsoorzaak nog niet duidelijk omdat de vogels al in een ver gevorderde staat van ontbinding waren.  Momenteel loopt wel een onderzoek naar de oorzaak van deze massale spreeuwensterfte.    Indien daaruit zou blijken dat de vogels werden afgeslacht, dan zal het Diksmuids stadsbestuur bij de politie klacht indienen tegen onbekenden.

Ook al is er dus momenteel nog geen duidelijkheid omtrent de oorzaak, dat de kadavers er gedumpt werden lijkt toch te wijzen op kwaadwillig opzet.  Nochtans mag de spreeuw, die weliswaar niet echt beschermd is, niet bejaagd, gevangen en verhandeld worden. Om ze te mogen verjagen of bejagen moet een speciale ontheffing aangevraagd worden. Alleen als het luchtverkeer in het gedrang komt of er belangrijke schade dreigt voor de professionele fruitteelt, is doding toegestaan. Zo laten ze de jacht op spreeuwen in Vlaanderen toe in streken waar veel kersen worden geteelt.  Het verbod op jagen of vangen heeft er alvast voor gezorgd dat het spreeuwenbestand, dat een tiental jaar terug zware klappen had gekregen, terug hersteld is.  Eerder had de spreeuwenpopulatie ook al te lijden onder de ramp in Tjsernobyl.

En dat het spreeuwenbestand de voorbije jaren hersteld is, is vooral een goede zaak voor de landbouw, zo vernemen we nog bij Natuurpunt.  Spreeuwen voeden zich immers volgens hun coördinator Peter Bossu in hoofdzaak met alle mogelijke larven en wormen die de vogels op en in de bodem vinden. Zo eet een spreeuw per jaar vele duizenden insecten.  Vaak zijn dat soorten die voor het grasland schadelijk zijn.  Verder staan ook allerlei kevers die op allerlei gewassen zitten op het spreeuwenmenu.  Maar landbouwers ontvangen deze vogels niet altijd en overal met open armen want spreeuwen zijn ook hoogst intelligent.  Als ze dan een stal ontdekken waar ze makkelijk aan voedsel geraken, dan gaan ze dit niet laten.  Eerder boog de landbouwraad zich reeds over deze problematiek, hoe ze de spreeuwen uit de stallen kon weren.
Verder werd de overlast waarvoor de voorbije jaren overnachtende zwermen spreeuwen in de bomen van de Diksmuidse binnenstad zorgden, nog door toenmalig schepen Karolien Ramboer aangepakt door nep-uilen in de bomen te hangen.
Maar een massale spreeuwensterfte, zoals aangetroffen in Esen en al dan niet veroorzaakt door kwaadwillig opzet, was er de voorbije jaren niet in Diksmuide. Althans niet bekend. (DLD)