Maandagavond werd het meerjarenplan voor de huidige bestuursperiode besproken op de Diksmuidse gemeenteraad.  Het had misschien wel het democratisch hoogtepunt van deze legislatuur kunnen zijn, maar het werd veeleer een dieptepunt.  De raadsleden opteerden er immers voor om een inhoudelijk debat te laten verzanden in een pak vragen rond details.  Het beleidsdebat verdween dan ook doordat de Diksmuidse raad in de val van het detail trapte.  De straatlichten waren reeds lang gedoofd, maar de raadsleden bleven, nagenoeg alleen, achter in hun raadzaal.  Illustrerend misschien wel voor de eenzame politici in hun ivoren toren in het stadhuis, figuurlijk ver weg van hun burgers.  Dat het aanwezig publiek één na één verdween kan de Diksmuidse politici misschien laten nadenken, in de spiegel laten kijken. Kan het zo verder in de Diksmuidse raadzaal?

Het debat startte nochtans inhoudelijk.  Toen luidde het nog vanuit de oppositie dat het Diksmuids stadsbestuur er eentje is van wegen en pleintjes, van brood en spelen , van een beleid zonder visie waarvan de schulden zullen doorgeschoven worden naar de volgende generatie.  Dat er geen jongere in het schepencollege zetelt zou daar niet vreemd aan zijn, zo klonk het nog bij N-VA-raadslid Koen Coupillie.   Zijn collega Inge Claeys betreurde aanvullend dat Diksmuide geen gebruik maakt van zijn extra-inkomsten om zijn schuld af te bouwen, integendeel.
Opmerkelijk was de tussenkomst van raadslid Kurt Vanlerberghe (SP.a-open) die stelde dat er tekortkomingen zitten in het meerjarenplan waardoor het niet kon goedgekeurd worden.  Hij voorspelde dat Diksmuide zijn huiswerk opnieuw zou moeten maken.  Verder betreurde hij dat het evenwicht tussen milieu en landbouw zoek is in het Diksmuids beleidsplan.
Gert Maertens (Groen) was dan weer vruchteloos op zoek naar een investering in het klimaat.  Hij bleef dan ook op zijn honger zitten op vlak van klimaatambities.
Het Diksmuids beleidsplan heette geschreven te zijn in de jaren negentig.

Maar toen werden de raadstoelen gewisseld voor de schoolbanken en kreeg het meerjarenplan het etiket van een examen dat nog moest verbeterd worden.  De inhoudelijke beleidsvragen moesten plaatsen maken voor een pak individuele vragen als kwamen die van een examinator.  Het zorgde ervoor dat men door de bomen het bos met het vooropgestelde beleid niet meer zag.  Zowat alle raadsleden van de oppositie kwamen aandraven met hun eigen individuele vragen zodat de zitting een langgerekt vragenuurtje werd.  Alhoewel uurtje, de zitting duurde vijf uur lang, tot 1 uur ’s nachts.  Bij menig aanwezige waren de lichten figuurlijk, zoals ook de straatlichten letterlijk, toen al gedoofd.  Symbolisch voor het niveau dat toen nog gehaald werd in de Diksmuidse raadzaal. (DLD)