In Diksmuide staan er drie meetpunten met een slimme sensor waar de bodem wordt geanalyseerd om de kwetsbaarheid van de natuur door hitte en droogte te kennen.  De meetpunten, herkenbaar door infoborden, staan bij de begraafplaats in Vladslo, aan de waterzuivering in Lampernisse en in de gemeentelijke basisschool in Keiem.  In deze laatste plaats wordt gemeten hoe droogtebestendig de schooltuin is.  Zo leren de leerlingen volgens onderwijsschepen De Keyrel meteen ook heel wat bij over droogte en hoe men deze kan tegengaan.  En leefmilieuschepen Deprez vult aan dat deze meetpunten passen in het project “Curieuzeneuzen in de Tuin”, het grootste burgeronderzoek ooit naar hitte en droogte.  In Vlaanderen wordt hiervoor tussen 19 april en 19 oktober een netwerk van 5.000 meetpunten uitgerold.

Het meetpunt meet zowel de temperatuur als het vochtgehalte van de bodem.  Deze gegevens worden vervolgens doorgestuurd naar de Antwerpse universiteit die dagelijks voor een overzicht van de metingen zorgt.  Zo kunnen de leerlingen van de Keiemse Klavertje 4-afdeling volgen welke invloed hitte en droogte op de schoolomgeving heeft.  Verder ontdekken ze hoe men de tuin, de speelplaats en natuurgebieden meer klimaatbestendig kunnen maken, niet alleen voor zichtzelf maar ook voor de planten en de dieren die er leven.  Bovendien kunnen de leerlingen ook tijdens de les vragen stellen aan de wetenschappers van het project.  Of hoe de Keiemse kinderen met de slimme bodemsensor in de schooltuim allemaal een beetje burgerwetenschapper worden in dit internationaal uniek onderzoek.  (DLD)