De 19-jarige Joren Ramboer uit Leke heeft vorige week deelgenomen aan het Vlaams Jeugd Parlement (VJP). Dat is een door jongeren georganiseerde simulatie met als voornaamste doel jongeren op een politiek onpartijdige manier inzicht te geven in de werking van het Vlaams parlement. Het waren volgens de Lekenaar vier dagen van hard werken met slechts een handvol uren slaap. Toch blikt hij tevreden terug op deze voor hem leerzame simulatie. En of het naar meer smaakt? Volgens Joren is politiek alvast een fantastische stiel.
Tijdens deze vierdaagse, waarin de deelnemers fungeerden als vertegenwoordigers van het Vlaamse volk, werd deelgenomen aan debatten, werden amendementen ingediend en werd er onderhandeld, zowel in de commissies, in de politieke wandelgangen als in de plenaire vergadering. Ze gingen aan de slag met decreetvoorstellen waarbij de deelnemers twee verschillende rollen aannamen : deze van volksvertegenwoordiger of journalist. Ervaren organisatoren, die fungeerden als staatsraden, zorgden er intussen voor dat de simulatie waarheidsgetrouw bleef. Tijdens de simulatie ging men aan de slag met decreetvoorstellen. De Lekenaar koos ervoor om deel te nemen aan het decreet van de jeugdminister van inburgering en participatie. Doel was het inburgeringstraject efficiënt en strenger te maken. Bij de behandeling van dit decreet kwam het aspect participatie aan bod waarin de jonge Lekenaar alvast enkele punten van zorg zag voor zijn eigen Diksmuide.
Opmerkelijk, zelf komt hij niet uit een politiek georiënteerde familie, thuis werd er nooit gesproken over politiek. Alhoewel, politiek zit dan toch in zijn genen want hij is de achterkleinzoon van voormalig Diksmuids schepen wijlen Jozef Crombez. Zelf stelt hij dat zijn interesse in politiek al vroeg de kop op stak. Nadat hij zijn eigen opvattingen had gevormd, besloot hij al op zijn 18de verjaardag lid te worden bij de politieke partij die het best bij zijn overtuigingen past. En dat bleek N-VA. Intussen komt hij als tweedejaars student geschiedenis aan de Gentse Universiteit ook al regelmatig in aanraking met politiek en maakte hij kennis met het VJP. Maar of na zijn opgedane ervaringen in het VJP hij een zitje zou willen in het halfrond, dat niet. Niet dat het zware werk van parlementariër hem afschrikt, wel omdat hij vanuit andere functies meer kan doen voor de Vlamingen. Maar op korte termijn wil hij eerst nog verder deelnemen aan het VJP en meehelpen aan de organisatie ervan. (DLD)
