Indien we de alsmaar groeiende wereldbevolking willen voeden, kunnen wij het dan stellen zonder gewasbeschermingsmiddelen ? Dat is een heldere en duidelijke vraag !

Een duurzame gewasbescherming is noodzakelijk om mens en dier te beschermen tegen allerlei risico’s. We hebben niet enkel nood aan duurzame landbouw, maar tegelijk aan competitieve landbouw, waarmee de boer en teler op een correcte manier zijn brood kan verdienen, met respect voor het leefmilieu. In deze optiek doet de fytolicentie die een duurzame omgang met gewasbeschermingsmiddelen moet garanderen, zijn intrede. Chemische gewasbescherming heeft veel goed nieuws gebracht.
Na WO II nam het gebruik van chemische producten snel toe, met als gevolg de hogere voedselproductie, waardoor HONGER ten gevolge van misoogsten voorkomen werd. Zo ook ziekten, plagen en overwoekering door onkruid : zonder chemische hulpmiddelen zitten de boeren met de handen in het haar. Door vakkundig gebruik van fytofarmaceutische producten slaagde de landbouw erin om de voedselproductie tussen 1950 en 1980 te verdubbelen. Wereldwijd worden gewassen bedreigd door ongeveer 30 000 soorten onkruid, 3 000 soorten aaltjes, 800 soorten schimmels en 10 000 soorten schadelijke insecten.
In weerwil van onze professionaliteit trachten wij geleerde woorden, soms gekoppeld met een niet-wetenschappelijke onderbouw, te vermijden. Nu graag de realiteit van vroeger : o.a. de grote hongersnoden in Ierland, Nederland, enz (1845-1850). Ook ik herinner me nog bezonder goed de lessen in de Normaalschool in Mechelen, gegeven door onze gewaardeerde professor Cyriel Van Assche (professor landbouw-scheikunde). We vernamen hoe de regering destijds eiste om de oorzaken te onderzoeken voor twee opeenvolgende mislukte aardappeloogsten, met mogelijke hongersnood als gevolg. Een zekere Marie-Anne Libert (1782-1866) leidde de onderzoeken en ontdekte de onbekende COMYCEET als een gevaarlijke schimmel, die ze de Botrytis farinaceo noemde, later veralgemeend tot de Phytoptfora Infestans, alias de aardappelplaag. Een team onder haar leiding ontdekte ook het behandelingsmiddel Koper (Cu) (cupravit) en zo werd de aardappel gered van misoogst.
Vele andere gevallen van gewasziekten kan ik citeren. In Amerika waar de tarwe-oogsten mislukten o.a. het beroemde tarweras  Manitoba, dat ik leerde kennen via mijn vader die bedrijfsleider was in de Bloemmolens te Diksmuide. De tarwe was aangetast door Fusarium = bruine roest en gladiosporium = schimmels die de graankorrel deden wegkwijnen.  Ik citeer nog de vergelingsziekte in de suikerbieten. Zonder behandeling : geen suiker.
Voor industriële productie van topkwaliteit zijn fytomiddelen en hun doordacht gebruik even onmisbaar als farmaceutische producten voor de mens. Opmerkingen van kritikasters als “straks zien we weer roestbruine, doodgespoten akkers” en/of “we gaan de trein missen door het verstoren van het bioritme” zijn een brug te ver. Iedereen eist toch kwaliteitsvoeding !…
En tuinliefhebbers : je tuin is het etiket van pracht en geduldig werk. Geef moeilijke problemen over aan een tuinman met fyto-licentie die de vakkennis bezit en de juiste dosering toepast. Bespreek je wensen. In feite wordt je tuinman je vriend die als hij jou de hand geeft, je hart aanraakt.

Geniet van de eerste bonte lentekrokusjes die hun kopje boven steken, en het onze-lieve-heersbeestje dat langs de prille  bloesems omhoog kruipt. . De natuur is een wonder !

Robert Pil, gewezen inspecteur Bayer Belgium – Divisie Phyto