809, 2018

Mia (met een knipoog naar Gorki)

Het was precies zoals de weervrouw het had voorspeld.  Reeds enkele dagen moesten  alle vorige warmterecords er een voor een aan  geloven.  Binnenblijven was de boodschap, tenzij je ergens een plekje in de luwte kon bemachtigen.  Omstreeks drie uur in de namiddag had ik een zeldzaam zitje veroverd op het buitenterras van ’Hotel de Vrede’.  Alle klanten leken verdwaasd door de aanhoudende hitte en zaten stilzwijgend voor zich uit te staren.  Alexander – de jonge waard des huizes –  bracht mij een warme choco, alhoewel ik niets had besteld.   ‘Dit is er eentje van het huis’,  zei hij.  Toen viel het mij op dat iedereen, man of vrouw, jong of oud, warme choco aan het slobberen was.  Het ganse tafereel leek zo onaards dat ik me ernstig afvroeg of ik  een dezer dagen een zonneslag had opgelopen. Terwijl ik aan het dagdromen was had ik de jonge vrouw niet opgemerkt die plotseling aan mijn linkerzijde stond en vroeg of ze naast mij mocht plaatsnemen, de enige vrije plaats op het schaduwrijk terras.  Ik knikte instemmend en lachte haar ietwat verlegen  toe.  De dame in kwestie was groot en slank en helemaal in het wit.  Haar lange goudblonde haren liet ze op haar smalle schouders rusten.  ‘ Mijn naam is Mia’, fluisterde ze  en vroeg vervolgens hoe ik heette.  ‘Han’, antwoordde ik ‘Jo Han om precies te zijn.’  ‘Klinkt een beetje Chinees voor mij’, zei de vreemde dame in maagdelijk wit en zette meteen de toon voor een lange conversatie.  Toen ik op het punt stond het gesprek af te ronden vroeg ze mij op de man af ‘kan jij nog dromen Jo Han?’  Er ging een koude rilling door me heen toen ze mijn naam uitsprak.  Nooit eerder had een vrouwelijk wezen mij op die manier aangesproken.  Ik hoopte dat het aan haar voorbijging dat ik lichtjes bloosde.  ‘In geen enkel geval’, herpakte ik mij, ‘dat soort dromen durf ik  helaas niet  meer te dromen in deze keiharde, niets en niemand ontziende wereld waar er geen enkele plaats meer is voor dromers en romantici zoals ik.  Daarenboven moet ik binnenkort voor eeuwig en altijd afscheid nemen van een goeie vriend en zielsverwant en dat valt mij uiterst zwaar.’  ‘Ik heb serieus met jou te doen, Jo Han’, probeerde Mia mij te troosten, “maar hoe dan ook mogen wij het dromen nooit of te nimmer opgeven, in welke situaties we ook verzeild geraken.’  Voor mij was het zonneklaar, Mia had het Licht gezien. ‘Laten we er eentje op drinken’, stelde ik haar voor  ‘en vertel me ondertussen  alles wat je weet over… het Licht.’

(meer…)

Ga naar de bovenkant