Bloeiende winterakonieten kondigen, samen met sneeuwklokjes in Stuivekenskerke de lente aan.  Dat winterakonieten er zo welig bloeien is wel opvallend en uniek warnt deze plant uit de ranonkelfamilie is in de Benelux vrij zeldzaam en komt hier slechts sporaridisch voor op en in de buurt van oude landgoederen.  Voormalig voorzitter van de stedelijke milieuraad Michel Maeckelbergh ontdekte deze eeuwenoude gele bloemenpracht in de buurt van de Viconiahoeve in Stuivekenskerke.  Samen met André Gysel en Luc Nouwynck trok Michel Maeckelbergh tijdens het voorbije weekend op jaarlijkse “bedevaart” naar het Diksmuids heiligdom van de bloeiende winterakonieten.

De winterakoniet is een stinsenplant die al vroeg in het voorjaar bloeit.  Maar eens de temperatuur de dubbele cijfers haalt, verdwijnt hij opnieuw.  De winterakoniet is dan ook slechts enkele weken per jaar te bewonderen.  Komt hij normaliter al in bloei eind januari, dit jaar ontloken de bloemen iets later door de voorbije koude vriesnachten.  De plant heeft stengels met daarop telkens één gele bloem, die omringd wordt door een krans van ongeveer zes ongesteelde bladeren. De bloem heeft verder meestal zes langwerpige bloemdekbladen.  Is de winterakoniet in onze contreien eerder zeldzaam, van nature komt ze voor in Italië, de Balkanlanden en Zuid-Frankrijk.  En wellicht ligt de herkomst van de winterakonieten in Stuivekenskerke bij onze zuiderburen, zo leert ons stads- en natuurgids André Gysel.
De Viconiahoeve vindt immers zijn oorsprong in de 12de eeuw toen enkele monniken en broeders van de Norbertijnenabdij Vicogne de Raismes bij het Franse Valanciennes zich in Stuivekenskerke kwamen vestigen.  Vandaar ook de naam Vicogne.  Na de droogleggingen door indijkingen werd deze hoeve een 133 hectaren groot domein.  Wellicht hebben volgens André Gysel de monniken de planten van de winterakonieten meegebracht vanuit het Franse moederklooster.  Deze plant heeft zich al die eeuwen weten uit te breiden in het park van de hoeve.  Zij het met slechts enkele bloemetjes per jaar tot de bloemenpracht van vandaag. Uiteindelijk zouden de monniken in Stuivekenskerke blijven tot aan de Franse revolutie.  Toen kwam het domein in private handen.  Nieuwe bewoners dus maar de winterakonieten zijn gebleven.
Toen het domein tijdens de eerste wereldoorlog in handen kwam van de Duitsers die er een voorpost uitbouwden, werd het zwaar beschadigd (foto).  Maar ook toen overleefden de winterakonieten als stille getuigen van het eeuwenlange verleden van de Viconiahoeve.  Dat het domein, die inmiddels een vakantiehoeve is geworden, iets hoger ligt dan de omgeving, heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de overlevingskansen van de plant in een gebied dat tijdens de eerste wereldoorlog overstroomde.  Naast de duizenden gele winterakonieten in het private parkgedeelte dat niet toegankelijk is, zijn er vooraan bij de ingangspoort van het domein ook nog enkele tientallen winterakonieten te bewonderen.

Op vandaag is de Viconiakasteelhoeve een toeristisch verblijf.  Voor meer info over de Viconiahoeve : klik hier. (DLD)

 

Viconiahoeve WO I