De site Lacour, gelegen langs de IJzerdijk palend aan het nieuw te realiseren provinciaal domein IJzerboomgaard, is mogelijks verontreinigd.  Dat konden we vernemen van de Diksmuidse milieudienst.  Maar de provincie West-Vlaanderen, die deze site kocht voor 700.000 Euro, was bij de aankoop reeds op de hoogte dat de grond er mogelijks verontreinigingd is.  Volledige zekerheid zal er komen op het ogenblik dat de notaris, voorafgaandelijk aan het verlijden van de akte, een bodemattest moet aanvragen.  Een dergelijk bodemattest is immers verplicht vermits zich op deze site vroeger een brandstoffenhandel bevond die valt onder de risico-inrichtingen.  Bij een notariële verkoopakte van dergelijke risicogrond moet dan ook een verplicht bodemonderzoek doorgaan.  De resultaten hiervan zullen vervolgens door Ovam, de Vlaamse afvalstoffenmaatschappij, geëvalueerd worden.  Een voorafgaandelijk dergelijk bodemonderzoek, die weliswaar niet verplicht is, blijkt alvast niet uitgevoerd te zijn voorafgaandelijk aan het tekenen van de verkoopsovereenkomst.  Het is evenmin duidelijk of de provinciale schatter door de provinciale overheid vooraf op de hoogte werd gebracht van deze mogelijke verontreiniging en of bijgevolg ook rekening kon worden  gehouden met deze mogelijke verontreiniging bij het bepalen van de aankoopprijs van 700.000 Euro.

Op de Diksmuidse lijst met potentieel verontreinigde gronden die door de Diksmuidse milieudienst wordt bijgehouden en waarop overigens meerdere honderden locaties voorkomen waarop bijvoorbeeld een mazouttank stond, komt ook de randparking Beerstblote voor.  Volgens Martin Deruytter van de Diksmuidse milieudienst zal hier het bodemattest ongetwijfeld een verontreiniging bevestigen.  Ook op deze gronden was destijds een brandstoffenhandel gevestigd.  Vermits, nadat de randparking is verplaatst naar de nieuwe locatie ernaast, op deze gronden twee appartementsgebouwen zullen gebouwd worden, zullen afhankelijk van het resultaat van de dan te nemen bodemstalen, de aannemers geheel of een deel van deze vervuilde gronden moeten afvoeren naar bedrijven die deze grond verwerken.  Wellicht zal dan ook uit deze bodemstalen blijken of het om een historische vervuiling gaat afkomstig van de vroegere erop gevestigde brandstoffenhandel, dan wel deze vervuiling geheel of deels ook afkomstig is van het recentere gebruik door Diksmuide als randparking.  In dat laatste geval zou wellicht Diksmuide dan moeten opdraaien voor het geheel of een deel van de kosten van de verwerking van deze grond. (DLD)