Alle recente schandalen lijken ook tot in Diksmuide te reiken.  Eerst was er de heisa rond de activiteiten en de hoge bestuursvergoedingen bij de Publipart-intercommunale waar ook ex-schepen Eric De Keyser in zetelt en gisteren stond burgemeester Lies Laridon dan weer in de belangstelling met haar tweede plaats op het Vlaams lijstje van politici met de meeste mandaten. Daar gaf eDiksmuide overigens reeds in 2014 aandacht aan maar intussen is haar aantal betaalde mandaten al aangedikt tot 16, al hebben deze volgens de Diksmuidse burgemeester niet allemaal een even hoge verloning.  En dinsdag kwam dan weer de Gentse intercommunale Farys in het oog van de storm.  Deze heeft een 300-tal politieke bestuurders in diverse raden en comité’s die samen een slordige 500.000 euro krijgen uitbetaald.  En laat Farys nu ook de intercommunale zijn waarmee Diksmuide in zee gaat om zijn tweede sporthalle en nieuw zwembad te bouwen.  Daarenboven moet Diksmuide zich om nog meer redenen zorgen maken om de bouwplannen die ze met Farys wil realiseren.

De eerste steen van het nieuwe sportcomplex laat al een poosje op zich wachten.  Problemen zijn er met de bouwvergunning.  Meer bepaald moet daar sinds kort een archeologie-nota bijgevoegd worden.  Dat werd, door de recente wijziging in de regelgeving, over het hoofd gezien waardoor de hele bouwvergunningsaanvraag vertraging opliep.  Inmiddels zou deze archeologie-nota nu toegevoegd zijn aan het dossier zodat schepen Marc De Keyrel verwacht dat nog voor het einde van de maand februari de bouwaanvraag voor het sportcomplex ontvankelijk zal verklaard worden.  In afwachting dat de bouwvergunning dan ook effectief wordt toegekend, kan reeds het archeologisch onderzoek uitgevoerd worden zodat niet nog meer tijd verloren gaat.

Maar hiermee lijken niet alle zorgen rond dit dossier van de baan.  Diksmuide ging immers voornamelijk met intercommunale Farys in zee omdat ze via deze constructie een korting van 21 procent kon krijgen, de BTW kon dan immers gerecupereerd worden.  Maar bij deze fiscale constructie rijzen nu heel wat vragen.  Daarom onderzoekt reeds sinds de zomer van 2016 de Bijzondere Belastingsinspectie (BBI) deze fiscale constructies rond een 80-tal gemeentelijke zwembaden en sporthalles die onder het beheer van Farys vallen.  Op vandaag is het nog altijd wachten op het BBI-standpunt zodat er grote onzekerheid is over de rechtsgeldigheid van deze constructie die voor een extra korting van 21 procent zorgt.
Ook vanuit de bouwsector komt intussen heel wat kritiek op deze fiscale constructie.  Voor het Vlaams Bouwoverlegcomité is hier duidelijk sprake van concurrentievervalsing.  Het kan voor de aannemers dan ook niet dat zij op de private bouwmarkt geconfronteerd worden met concurrentie van overheidsinstellingen als intercommunales.  De bouwsector dringt dan ook aan op een aanscherping van de spelregels die de intercommunales, en dus ook Farys moeten volgen.

Maar voor sportschepen Marc De Keyrel is de onzekerheid over het betalen van 21% BTW geen reden om het project voorlopig op te schorten, ook al gaat het bij een investering van 12 miljoen euro over een eventueel bijkomende factuur van meer dan 2,5 miljoen euro.  Nog volgens de sportschepen is er contractueel alvast niets voorzien indien zou blijken dat tijdens de uitvoering van het project de fiscale regels zouden veranderen.  Maar een verwerping van de fiscale constructie die Farys nu gebruikt, zou wel betekenen dat de factuur voor Diksmuide met 21 procent wordt verhoogd.  Maar ondanks de twijfel en het belastingsonderzoek van de BBI wil Diksmuide dus toch van start gaan van zodra alle vergunningen in orde zijn.  Indien later zou blijken dat de bouw van het nieuwe sportcomplex toch onderworpen wordt aan 21% BTW, dan pas zal Diksmuide volgens Marc De Keyrel de nieuwe fiscaal-financiële situatie evalueren met bouwheer Farys. Overigens zal dit bij een verwerping door de BBI geen exclusief Diksmuids probleem worden maar wel een financiële zorg voor meer dan 80 Vlaamse gemeenten die op vandaag gebruik maken van deze fiscale constructie, aldus nog Marc De Keyrel. (DLD)