Groter kon de tegenstelling bijna niet zijn.  Tijdens het voorjaar was er rond de op til zijnde bescherming van de kustpoldergraslanden bijna een kleine boerenkrijg tussen landbouwers en milieujongens die daarenboven ook nog eens zorgde voor een verdeeldheid binnen de Vlaamse meerderheid.  Maar de zomermaanden brachten bij de gemoederen rust want eind vorige week werd zowat op een diefje 8.000 hectaren definitief beschermd door de Vlaamse regering.  Met dit compromis waarmee de eerder goedgekeurde conceptnota van minister Schauvliege wordt gevolgd, worden de initiële 12.000 hectaren te beschermen grasland herleid tot 8.000 hectaren.  Maar ondanks die vermindering met één derde, blijven de Diksmuidse gebieden zoals Lampernisse met zijn omgeving en de symbolische Waleweiden beschermd.

In een reactie op deze bescherming stellen zowel de West-Vlaamse milieufederatie als SOS Kustpolders/Vogelbescherming Vlaanderen dat dit een gemiste historische kans is.  Daarenboven wordt volgens de milieujongens de waardevolste natuur nu tijdelijk beschermd via een landbouwmaatregel.  Dat kan ertoe leiden dat de soortenrijke graslanden kunnen ingezaaid worden met één productieve grassoort dat als veevoeder wordt geoogst.  Het vervolgens telkens opnieuw inzaaien laat dan toe het waardevolle reliëf geleidelijk te laten verdwijnen waarna de waarde van deze graslanden in vraag kan worden gesteld.  Dan is de stap om een aanvraag in te dienen om de bescherming van dit grasland op te heffen niet ver meer.
Omdat dit polderlandschap veel meer is dan een grondenbank voor de teelt van voeder voor de industriële veeteelt, hopen de milieuorganisaties alsnog dat minister Schauvliege de bescherming van deze poldergraslanden dan toch ernstig neemt en de meer dan 10.000 hectaren waarover tijdens de beschermingsprocedure geen discussie bestond, volledig beschermt via het natuurdecreet.

Voor Diksmuideling Peter Bossu, die als woordvoerder van SOS Kustpolders dit dossier van dichtbij opvolgde, is het nog wachten op de kleine kaartjes van de Vlaamse regering vooraleer conclusies te trekken voor de Diksmuidse regio.   Maar in grote lijnen blijken voor Peter Bossu alle Diksmuidse gebieden alvast weerhouden.  Zo wordt Lampernisse en haar omgeving bevestigd en ook delen van Beerstblote zijn opgenomen.  En zijn het totaal aantal beschermde hectaren aan Wale- en Schoreweiden weliswaar verminderd, toch is Peter Bossu blij dat, ondanks het feit dat de minister 4.000 hectaren liet schrappen bij de bescherming, de symbolische Waleweiden wel volledig behouden werden.
Maar voor Peter Bossu moet men vanuit milieuhoek wel alert blijven want het beschermingsinstrument via het Europees landbouwbeleid dat nu gehanteerd werd is voor hem zwak en dan ook niet duurzaam.  Toch zou, wat nu opgenomen is, in het verdere debat moeten blijven, daar kan voor voormalige Diksmuids schepen Bossu niemand meer rond. (DLD)