Jacques is verhuisd.  En dan hebben we het niet over het standbeeld van de omstreden generaal op de Grote Markt, maar wel over de Diksmuidse Koffie Jacques.  Sinds begin dit jaar is de koffiegeur immers uit de Diksmuidse straten verdwenen.  Voortaan worden de mengsels die typerend zijn voor de Diksmuidse koffie, gebrand in Wijnegem bij Antwerpen in de ook al familiale koffiebranderij Mokafina.  Maar volgens Marc Libeert, de zaakvoerder van Koffie Jacques, blijft zijn koffie nog steeds een Diksmuids streekproduct volgens zijn authentieke recepten die in Diksmuide hun oorsprong vonden maar die nu enkel op locatie worden gebrand.  En ook voor dat branden werden er afspraken gemaakt tussen Marc Libeert en de meesterbrander van Mokafina.  Diksmuidelingen, op zoek naar hun pakje eigen Diksmuidse koffie, kunnen deze dan ook nog altijd op verschillende plaatsen in Diksmuide vinden.  Een overzicht vindt men nog steeds op de site van Koffies Jacques. Daarvoor klik hier.

Een zekere Jacques Muchez begon in 1930 in Diksmuide met het branden van koffie en gaf aan deze koffie zijn eigen voornaam.  Koffie Jacques was geboren.  De familie Libeert nam deze in 1947 over, de naam werd behouden.  Ook al was er bij de originele naamgeving bijgevolg geen link met het standbeeld van generaal Jacques, die ook al in 1930 op de Grote Markt werd geplaatst, toch zou er later dan toch nog een band komen.  Het was volgens Marc Libeert een Waals verpakkingsbedrijf dat vond dat de Diksmuidse koffiebranderij hun merkbeeld moest uitspelen met de historische bekendheid van Generaal Jacques.  Zijn standbeeld stond immers op amper 200 meter van de koffiebranderij die toen nog in de Sint-Niklaasstraat (toen de Kerkstraat) was gesitueerd.  De familie Libeert volgde het commercieel voorstel en liet de generaal op de verpakking van hun koffie drinken.  Alleen was de reputatie van de generaal toen nog ongeschonden …
Maar intussen werd Koffie Jacques een begrip in Diksmuide.  Vele jonge Diksmuidelingen zijn in de kleuterschool van het Sint-Niklaasinstituut opgegroeid in de geur van koffie, de branderij lag immers naast de school.  Later verhuisde de branderij naar een nieuwe locatie aan de Kasteelstraat aan de IJzer.  Maar de nog steeds bloeiende ambachtelijke koffiebranderij zou ook daar niet kunnen blijven.  Een wijziging van het ruimtelijk uitvoeringsplan zorgde ervoor dat de branderij er op termijn zonevreemd zou worden en het verkrijgen van een verlenging van de milieuvergunning zou ook moeilijk worden.  Omdat Marc Libeert geen opvolgers in zijn familie had, was herlocaliseren met de ermee gepaard gaande investeringen, niet voor de hand liggend.  Vandaar dat gekozen werd om, met respect voor de recepten, de Koffie Jacques-mengsels voortaan te laten branden in een andere ambachtelijke koffiebranderij.
Bij Mokafina vernemen we dat ze veel gelijkenissen vertonen met de werkwijze van Koffie Jacques.  En dat is niet zo vanzelfsprekend in koffieland waar 70 procent van de koffies die in België gedronken worden in het buitenland worden gebrand.  Bij Mokafina willen ze ook de vers gebrande koffie binnen de maand bij de eindconsument krijgen.  Overigens is de ambachtelijke koffiebranderij ook actueler dan ooit.  Haar kleinere ecologische voetafdruk moet de vraag naar deze lokale koffies kunnen verhogen.  En dat in tegenstelling tot de multinationals waartegen ze moeten opboksen die de ongebrande bonen vanuit de Antwerpse haven naar het buitenland voeren om ze er te laten branden.  Dit extra transport zorgt niet alleen voor een grotere ecologische voetafdruk, daarnaast worden deze koffies ook vaak verpakt in miljoenen aluminium koffiecapsules die achteraf weggegooid worden.  Voor Mokafina is er dan ook niet alleen voor haar eigen koffies, maar ook voor Koffie Jacques als locale koffie nog steeds een mooie toekomst weggelegd. (DLD)

Foto : verpakking 1952 – archief familie Libeert