West-Vlaanderen wil meer ‘kleine windmolens’, zo wordt geblokletterd in het kader van de voorstelling door de provincie van een beleidskader voor deze alternatieve energievorm.  Deze moet voor gemeentebesturen een leidraad zijn om vergunningsaanvragen voor kleine windmolens af te wegen.  Ook in Diksmuide wachtte men op dit beleidskader vooraleer ze aanvragen voor kleine windmolens wou behandelen.  Maar nu dat langverwachte beleidskader er is, betekent dit niet dat de kleine windmolens als paddenstoelen uit de grond zullen schieten.  Integendeel, het te volgen stappenplan lijkt allesbehalve een vrijgeleide te zijn voor kleine windmolens.

Samen met 5 andere gemeenten vormde Diksmuide het provinciaal pilootproject.  Toch bleef Diksmuide altijd een koele minnaar van deze alternatieve energievorm, ze vreesde voor een aantasting van het open landschap.   Bij dit pilootproject werd op basis van ondermeer de Diksmuidse bevindingen en in samenwerking met een wetenschappelijke werkgroep van universitaire experten van ondermeer de Brusselse VUB en de UGent een beleidskader met een bijhorend stappenplan uitgewerkt.   Volgens gedeputeerde voor ruimtelijke ordening Franky De Block kunnen de gemeenten bij de afweging van een vergunningsaanvraag volgende vier stappen doorlopen.
1. Kleine windturbines kunnen niet binnen een woongebied, ruimtelijk kwetsbare gebieden, natuurgebieden, specifieke beschermingszones, …
2. Een kleine windturbine dient op een bebouwde kavel gebouwd te worden, de energieproductie mag de energiebehoefte niet overschrijden, er dient voldaan te zijn aan de regelgeving rond slagschaduw en geluidshinder en de veiligheid van de turbine moet gegarandeerd worden.
3. De hinder moet beperkt zijn voor de omgeving en er moet gezorgd worden voor een maximale windvang.
4. Enkel rendabele projecten worden toegelaten.  Deze rendabiliteit kan geschat worden door het uitvoeren van windmetingen op de plaats van de locatie.  Academici zullen de statistische terugverdientijd  bepalen op basis van een vaste elektriciteitsprijs en inclusief installatie en aansluiting.  Met eventuele steunmaatregelen mag geen rekening worden gehouden.  De grens van de terugverdientijd ligt op 20 jaar.

Komt er met dit beleidskader toch wat meer duidelijkheid omtrent de mogelijkheden van de inplanting van kleine windmolens, toch is dit beleidskader volgens de Diksmuidse pleitbezorger van deze alternatieve energievorm, Idee2006-raadslid Marc Deprez, alleen een stap in de goede richting.  De inplantingsbeperkingen zullen er immers voor zorgen dat er nagenoeg geen kleine windmolens in Diksmuide kunnen komen.  Ze zijn enkel toegelaten in agrarisch gebied en op industriegrond maar door de vele beschermde natuurgebieden en landschappen zijn er in Diksmuide weinig inplantingsmogelijkheden. Idee2006 blijft dan ook pleiten voor kleine windmolens in een huizenrij van een tiental woningen.  Zij het niet in éénieders achtertuin, wel in een aanpalende recreatie-, groenzone of speeldomein.  Voor Idee2006 moeten er duidelijk meer mogelijkheden gecreëerd worden voor kleine windmolens.  Dit provinciale beleidskader is dan ook te beperkt.  Idee2006 wil dan ook haar plannen voor een referendum rond kleine windmolens doordrukken om het Diksmuids schepencollege duidelijk te maken dat de Diksmuideling meer kleine windmolens wil dan de provincie op vandaag wil toestaan. (DLD)