Niet de kostprijs of een onvoldoende belangstelling van gebruikers, maar wel bunkers lijken nu de realisatie van een een ondergrondse marktparking te hypothekeren.  Onder de Diksmuidse Grote Markt bevinden zich immers nog steeds twee, inmiddels ook al beschermde schuilkelders uit de tweede wereldoorlog. Eentje aan de zijde van de frituur en eentje in het midden van de markt.  Hierdoor zou een ondergrondse parking aan de westzijde (zijde Yserpoort) moeten komen terwijl de administratie van Onroerend Erfgoed de in- en uitrit wil situeren aan de andere zijde, aan het plein Hauspie.  Daardoor dreigen niet alleen opnieuw de extra 20 parkeerplaatsen op dit plein te verdwijnen maar ook de kostprijs van een lange in- en uitrit moet meegerekend worden.  Voor mobiliteitsschepen Kurt Vanlerberghe lijkt een ondergrondse marktparking dan ook steeds meer onwaarschijnlijk al is het toch de stuurgroep die hierover de definitieve knopen moet doorhakken.  En dat zou eind februari of ten laatste begin maart moeten gebeuren.

Unizo heeft de marktrenovatie opnieuw op de agenda geplaatst.  Maar ook al was dit dossier wat uit de actualiteit verdwenen, in de luwte werd toch duchtig verder gewerkt.  Zo liet begin januari het Agentschap Onroerend Erfgoed al haar niet onbelangrijke visie omtrent het ondergronds parkeren weten aan het Diksmuids stadsbestuur.  Allereerst mochten de bovengrondse voorzieningen van deze parking het stadsgezicht niet schaden.  Hierdoor voorzag men niet alleen de in- en uitrit, maar ook alle andere voorzieningen als de lift, trap, betaalautomaten, ventilatie, uitlaat, enz.. , aan de oostzijde van de markt, zeg maar aan het plein Hauspie.  Ook het behoud van het standbeeld van Generaal Jacques op zijn huidige plaats vormde een belangrijk element bij de aanleg van een ondergrondse parking.  Tenslotte moest men ook rekening houden met de ondergrondse kelders die eveneens beschermd zijn.  Of ook het aanwezig archeologisch erfgoed een impact kan hebben op een ondergrondse marktparking, daarvoor is het dan weer wachten op het archeologisch onderzoek dat eerstdaags wordt opgestart.  Toch laat het Agentschap Onroerend Erfgoed nog de deur voor een ondergrondse parking op een kier staan want ze besluit haar advies met de bedenking dat door ondergronds parkeren dan toch het bovengronds parkeren tot een minimum kan beperkt worden.

Maar schepen Kurt Vanlerberghe stelt geen voorstander meer te kunnen zijn van een ondergrondse marktparking, nu hij de inhoud van dit schrijven van de Administratie Onroerend Erfgoed kent.  Daarnaast ontraadt ook nog eens het studiebureau de aanleg van een ondergrondse parking omdat dit heel wat autoverkeer tot in de kern van de stad zal aantrekken.  Men vreest  dat dit zal zorgen voor extra last in de omliggende straten.  Wie immers voor korte termijn wil parkeren zal niet de moeite doen ondergronds te parkeren, zo stelt het studiebureau.  En intussen stelt het studiebureau ook dat een kostprijs van vijf miljoen euro voor een dergelijke parking realistisch is.
Schepen Kurt Vanlerberghe bevestigde ons ook dat hij zich niet kan vinden in het voorstel van Unizo om nog eens 25 extra parkeerplaatsen te voorzien op de plaats waar op vandaag nog het frituurgebouw staat.  Dan is er immers het gevaar dat het hele marktontwerp om zeep wordt geholpen.  De wandel- en fietsas van IJzerlaan tot station dreigt dan onderbroken te worden door geparkeerde voertuigen.

Schepen Kurt Vanlerberghe benadrukt evenwel dat er nog geen enkele definitieve beslissing is genomen omtrent een ondergrondse parking of over het aantal bovengrondse parkeerplaatsen, de rijrichting of het parkeersysteem.  Hiervoor is het wachten op de bijeenkomst van de stuurgroep die deze knopen moet doorhakken. Omdat het overleg met het Agentschap Onroerend Erfgoed omtrent de materiaalkeuze meer tijd in beslag heeft genomen dan voorzien, kan deze stuurgroep bijeenkomen ten vroegste eind februari , of ten laatste begin maart. (DLD)