Vanaf 1 januari 2015 wordt de hulpverleningszone Westhoek, vaak omschreven als de brandweerzone, een feit en gaan zowel het Diksmuids als het Leeks korps hierin op.  Dergelijke hulpverleningszone is qua werking vergelijkbaar met de reeds actieve maar wel veel kleinere politiezones.  Maar de hulpverleningszone Westhoek, die 18 gemeenten telt, krijgt zijn administratief centrum dan toch niet in het Esenkasteel waar nu reeds het Westhoekoverleg van deze gemeenten huist.  Had Diksmuids burgemeester Lies Laridon (CD&V) dan ook stilletjes gehoopt op een Diksmuidse stek voor de brandweerzone, het centrum verhuist dan toch naar de kust, naar Koksijde.  En dat is alleen maar een kwestie van centen, zo was maandagavond te horen van de Diksmuidse burgemeester op de gemeenteraad.  De kustgemeenten, met hun specifieke hulpverleningsnoden, betalen immers meer dan de andere gemeenten zodat ze ook iets meer kunnen vragen als tegenprestatie.  Zo wordt de administratieve organisatie van de brandweer omwille van de centen dus straks gestuurd vanaf de kust.

Voor het eerste jaar van hun werking, moesten de 18 deelnemende gemeenten van deze brandweerzone tegen 1 november hun verdeelsleutel voor 2015 voorleggen. En Diksmuide moet volgens dat akkoord 9,65 procent van het budget ophoesten.  In de loop van 2015 wordt deze verdeelsleutel dan volgens burgemeester Laridon opnieuw geëvalueerd en meer in detail bekeken.  Ook de keuze van Koksijde voor het administratief centrum is slechts tijdelijk maar hier zou het tijdelijke wel eens definitief kunnen worden.
De hulpverlening voor de kust, met enerzijds zijn inwonersaantal dat tijdens de zomermaanden meer dan verdubbelt en anderzijds ook gekenmerkt wordt door zijn typische hoogbouw, is voor ambulance en brandweer dermate specifiek in vergelijking met het landelijk gebied van de overige gemeenten.  Hierdoor is voorzien dat de kustgemeenten een grotere bijdrage moeten ophoesten.  Maar daar moet dan ook volgens burgemeester Laridon wat tegenover staan.  En zo verhuisde alvast het administratief centrum van de zone naar de kust.
Verder kon maandagavond ook nog vernomen worden dat de onroerende goederen, als de kazernes (foto) eigendom blijven van de gemeenten, ze worden enkel ter beschikking gesteld van de zonewerking.  Anders is het gesteld met het roerend goed en meer bepaald met het rollend materieel.  Dat wordt volgens specifieke regels overgedragen aan de zone en daarbij speelt de leeftijd van de wagens een rol.

Op vraag van raadslid Katleen Winne (Idee2006) gaf burgemeester Laridon nog mee dat de kustreddingsdiensten geen deel uitmaken van deze hulpverleningszone. De kustredders zijn ondergebracht in een afzonderlijke intercommunale van de kustgemeenten. (DLD)