Eind 2016 werd op het landbouwbedrijf van Johan Debruyne aan de Esense Steenstraat Diksmuides eerste kleine windmolen geplaatst.  Diksmuide leverde hiervoor een vergunning af die paste binnen het beleidskader voor alleenstaande windmolens.  En nu is er ook een tweede aanvraag ingediend, deze maal door Marc Deprez uit Keiem die binnenkort wil verhuizen naar Vladslo.  Marc Deprez, die als gemeenteraadslid voor Idee Diksmuide altijd een groot pleitbezorger is geweest voor dergelijke kleine windmolens, wil nu zelf een dergelijke turbine plaatsen die elektriciteit moet geven aan zijn woning en bijhorende schapenstal. Hij hoopt hiervoor zijn vergunning te kunnen krijgen tegen begin oktober.

De windturbine die Marc Deprez aan de Wijnendalebaan wil plaatsen op de wijk De Kotjes, zou een ashoogte hebben van 15 meter.  De ingediende aanvraag gaat over een 3-wiekige machine waarvan de diameter van de rotor 3,7 meter is.  Hij zou een maximaal vermogen hebben van 2.4 kilowatt.  Ter vergelijking, de Esense kleine windmolen heeft een vermogen van 3.5 kilowatt.  Nog volgens de nieuwe Vladslonaar-in-spe zou er bij dit type windturbine een beperkte geluidshinder zijn op 60 meter van de mast.  De voorziene inplanting houdt niet alleen hiermee rekening, voor de locatie (foto) werd ook rekening gehouden met de turbulentie in het gebied.
Is deze aanvraag van Marc Deprez een private aangelegenheid, als politicus hoopt hij ook nog steeds dat er in Diksmuide, achter de Kaaskerkse industriezone, een windpark van kleine windmolens kan komen. Dit zou de eerste realisatie in Vlaanderen kunnen worden.
Overigens lijkt er de voorbije maanden ook in het politiek land een kentering te zijn gekomen ten aanzien van kleine windmolens.  Zo heeft Vladslonaar André Migneau, die zetelt in het nationaal partijbureau van CD&V, bij provincieraadsleden aangedrongen om werk te maken van groene energie en niet alle projecten onmiddellijk af te wijzen.  Voor hem horen ook dergelijke kleine windmolens  bij deze groene energie.  Ook minister Joke Schauvliege zou hierover door hem aangesproken worden.
Maar toch wordt er ook nog steeds een slag onder de arm gehouden want bij de toekenning van de eerste Diksmuidse kleine windmolen stelde Diksmuids schepen voor land- en tuinbouw Martin Obin (CD&V) niet alleen dat de komst van kleine windmolens een stap vooruit is in de toepassing van groene energie in landelijk gebied, hij liet eind eind 2016 ook optekenen dat voor hem alle aanvragen nog steeds toepasbaar moeten zijn in het open landschap.  Ook schepen voor ruimtelijk ordening Bieke Moerman (SP.a-open) onderstreepte toen dat voor haar ook alle volgende vergunningsaanvragen objectief moesten beoordeeld worden op hun omgevingsimpact, de beeldkwaliteit, de mogelijke hinderaspecten als slagschaduw en geluid, en tenslotte de veiligheid en rendabiliteit van de windturbine.  Diksmuide kan alvast oordelen of de aanvraag van deze tweede kleine windmolen hierbinnen past.  (DLD)