1302, 2019

De Messias voor de landbouw

13 februari 19|

Ik neem akte van de decadente, wansmakelijke, onder de gordel uitlatingen van provincieraadslid- en voormalig kandidaat “burgemeester” Diksmuide Luc Coupillie.  Uiteraard laat ik dit voor zijn rekening. Je moet doen, wat je niet laten kan!  Maar ik wil toch nog het volgende meegeven.   Bij de invulling van de permanent historische graslanden, meer bepaald hierbij de Waeleweiden, heeft Idee Diksmuide een motie in het verleden ingediend om deze beperkingen niet uit te voeren.  En jawel! N-VA Diksmuide keurde deze motie NIET goed.  Op Vlaams niveau is de N-VA allerminst  landbouwmined.  Denken wij maar hierbij aan de letterlijke bijl dat N-VA-er Wilfried Vandaele hanteerde ten opzichte van ex-minister Joke Schauvlieghe.  Een heel pijnlijk schouwspel als je mij het vraagt.
Ik deel de mening niet van Peter Bossu, maar ik heb wel respect voor zijn mening.  Hij spreekt tenminste duidelijke taal.  En daar hou ik van.
De landbouw kent op vandaag een nooit geziene expansie.  Dit kan je zomaar niet tegenhouden, gezien het fenomeen zich voordoet over heel Europa.  Maar we moeten inderdaad heel waakzaam zijn over duurzaamheid.  Laat dit duidelijk zijn!  De varkensstapel is op het grondgebied van Diksmuide de laatste jaren drastisch gedaald.  Ik beschik over duidelijk cijfermateriaal.  Trouwens er is onlangs een artikel in een gerenommeerde krant als De Morgen verschenen, die mijn stelling volledig bijtrad!
In ons programma Idee Diksmuide staat “ De landbouw moet zich maximaal kunnen ontplooien”!   Idee Diksmuide houdt opnieuw woord.  Graag de mening van de N-VA Diksmuide nav de voorstellen van Onroerend Erfgoed omtrent de Komgronden van Lampernisse.  Het blijft opvallend stil bij de N-VA Diksmuide in het kader van dit item.
Luc Coupillie doet zich op vandaag voor als de “Messias” van de landbouw.  Eerlijk blijven aub is onze blijde boodschap!

Marc Deprez,   Idee Diksmuide

1202, 2019

Inzichten in de landbouw 2019: Bossu (Sp-a) versus Coupillie (N-VA)

12 februari 19|

Ik heb met zeer veel belangstelling het hele verhaal gelezen van de heer Bossu  met zijn visie over de landbouw. Ik waardeer vooral zijn vlotte pen maar inhoudelijk neigt het soms naar populisme en wat veel en storende partijpropaganda, te begrijpen gezien zijn staat van dienst. Toch graag een paar bemerkingen:
1) De heer Bossu verschiet van de uitlatingen van Marc Deprez in verband met industriële landbouw. Dat schepen Deprez er soms twee meningen over hetzelfde onderwerp op na houdt, daar schrik ik al lang niet meer van. Een tweede handtekening is voor hem ook geen probleem. Zijn wisselende visie inzake landbouw hoeft hij echter niet te dagtekenen.
2) De industriële landbouw is de laatste 20 jaar sterk gegroeid, dit ten koste van de familiale ondernemingen. Sp-a is jarenlang aan zet geweest in alle regeringen en landbouw is met hun goedvinden geworden tot wat het nu is. Dus totaal afbreken van wat ze mee hebben georkestreerd, dat is niet meer willen achteruitkijken.
3) De heer Bossu meent ook het Korte-Keten verhaal te mogen claimen. Pardon! De N-VA en zeer zeker ook andere politieke partijen erkennen deze uitdaging. Vlaanderen leent zich ideaal voor korte ketenlandbouw, nicheproductie, innovatie en biolandbouw. In Vlaanderen geteeld of geproduceerd moet synoniem zijn voor kwaliteit en duurzaamheid. Sterk ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om te komen tot kwaliteitsvolle producten met een hoge toegevoegde waarde op basis van duurzame productiemethoden. Goed opgeleide, enthousiaste startende ondernemers verdienen onze steun en hebben die in ons eigenste Diksmuide al gekregen. N-VA brengt straks in haar verkiezingsprogramma hier nog concrete maatregelen ter ondersteuning. De omschakeling naar nieuwe verdienmodellen en de polyvalente inrichting van een landbouwbedrijf verdienen onze aandacht. En wie de politiek inzake landbouw heeft gevolgd heeft gemerkt dat parlementslid Rita Gantois uit onze eigenste Westhoek op federaal vlak één en ander heeft kunnen doordrukken voor de familiale landbouwer. Weet ook dat dit op federaal niveau geen evidentie is.
4) De heer Bossu heeft een aantal boeren bezocht met zijn Sp-a voorzitter. Ikzelf kom dagdagelijks landbouwers tegen en zoals in alle klassen van de bevolking merk ik hier gelukkige maar ook minder tevreden individuen.  Gelukkig merk ik toch dat het gros van de landbouwers tevreden gedreven ondernemers zijn. Uiteraard wordt er veel geklaagd, maar daar hebben ze een spreekwoord van gemaakt. Dat deze bevolkingsgroep zeer gereduceerd is, is een feit. Dat de boer nu meer met excel bezig is dan met zijn ploeg, dat is de tand des tijds. Dat we niet meer de boerin tegenkomen die ’s morgens om vijf uur, geleund tegen de koe, een emmer melk uit de spenen van het dier weet te duwen, dat kunnen we met zijn allen met weemoed betreuren. Een melkrobot heeft haar taak overgenomen en zo’n tuig kan alleen maar rendabel zijn als er per dag een honderdtal beesten hun uier aanbieden. Niemand kan die evolutie tegenhouden en de vraag is wellicht ook: waarom zouden we…. Of wie is er gelukkiger, de boerin met de robot of de boerin met de melkkruk? In ieder geval kan de boerin met de melkkruk niet meer overleven, laat staan aan alle huidige hygiëne vereisten voldoen. Maar dat industriële landbouw grenzen kent, daar zijn we het met zijn allen over eens. Ecorealisme is hier ook aan de orde en de politiek heeft inderdaad zijn verdomde plicht om te bepalen wat kan en niet kan. Bemesting blijkt nog steeds een moeilijk verhaal te zijn. Maar dierlijke mest nog altijd beschouwen als een afvalproduct, dat is zeker achterhaald. De heer Bossu maakt in zijn betoog een hoge optelsom van kosten van mestverwerking. Die cijfers zullen ongetwijfeld juist zijn. Maar hij vergeet iets: het verwerkte product is geen afval meer, maar een grondstof. En die grondstof kan verhandeld worden. En dan moet je toch wel eens opnieuw de optelsom durven maken!

Luc Coupillie
Provincieraadslid voor N-VA

702, 2019

Geen uitschuivers meer aub

7 februari 19|

Ik wil even reageren op het bericht op eDiksmuide van dinsdag 5 februari ivm het nieuwe politiekantoor . Als lid van de Gecoro voor Natuurpunt en de Milieuraad heb ik al steeds gevraagd om  deze laatste open ruimte bij de Stokerijstraat  tussen Diksmuide en Esen niet toe te bouwen en dat weet Eric De Keyser maar al te goed .Je verbindt een stad toch niet aan een deelgemeente met een lintbebouwing !
Daarbij weet ik als Stads-en Natuurgids maar al te goed ,samen met veel aandachtige burgers , dat dit een van de mooiste inkijken is op onze schitterende Handzamevallei !
Dus Eric ,doe geen uitschuiver meer zoals andere politici dat ook deden de laatste dagen . Mijn moeder leerde ons om eerst tweemaal goed na te denken en dan te spreken !

Michel Maeckelbergh

502, 2019

Polderbestuur versus Provinciebestuur

5 februari 19|

Het is altijd goed na te denken over efficiëntie en daadkracht van openbare besturen. Zo oppert gewezen collega-provincieraadslid E. De Keyser het idee om komaf te maken met de polderbesturen.
Er zijn in West-Vlaanderen nog 6 polders. In 1940 waren er 35 polders. Die polders zijn historisch gegroeid en zorgden te lande voor de waterhuishouding. Er is dus in die tijdspanne heel wat gefusioneerd.
Fusies van polders kunnen we zeker toejuichen (recent De Moeren met de Noordwatering). We stellen wel dat waterbeheersing zeer grondgebonden materie is en dat het aansturen van beheerswerken best lokaal kan gebeuren. De kennis en expertise ter plaatse mag niet verloren gaan. Polders zijn nu eenmaal zeer kwetsbare gebieden. Polderbesturen zijn samengesteld uit lokale deskundigen, geen ambtenaren, maar mensen vanop het terrein die voeling hebben met de materie. De vergoeding die ze daarvoor krijgen is te verwaarlozen t.o.v. hun inspanning en behoort eigenlijk tot de noemer ‘vrijwilligerswerk’. De overheadslast van zo’n bestuur is eigenlijk ook verwaarloosbaar. Beter zou de heer De Keyser eens nadenken over het afschaffen van het provinciale bestuursniveau. Voor alle duidelijkheid, we hebben het niet over het afschaffen van West-Vlaanderen, maar wel van het bestuur. Er kan hier een besparing teweeggebracht worden die meer dan een veelvoud van alle watergeschotten kan opbrengen. En als we de logica van de heer De Keyser dan extrapoleren: gedaan ook met de provinciebelastingen!
‘Ontpolderen’ is ook een relatief begrip: het is niet omdat er nu bedrijven staan op een terrein dat voorheen landbouwgrond was, dat het niet de polder is die uiteindelijk zorgt voor de waterafvoer verderop. Het is wel juist dat de polders van oorsprong vooral ten dienste stonden van de landbouw, de landbouw die uiteraard nog altijd de grootste bijdrage levert aan polderbelastingen. Maar heel wat agrarisch gebied heeft een andere bestemming gekregen. De waterhuishouding in die gebieden is er nu nog complexer op geworden. En toch horen we daar niemand klagen van natte voetjes.
Wie in 2018 de 5 infoavonden ‘over natjes en droogjes in de Westhoek’ heeft gevolgd, heeft geleerd dat de polderbesturen een perfecte plaats innemen in het kader van het integraal waterbeheer. Ten bewijze ook het volgende: in West-Vlaanderen hebben we in 2014 en 2016 te maken gehad met zware wateroverlast, maar nooit echt in de poldergebieden, hoewel de waterbeheersing gezien hun ligging ten aanzien van de zeespiegel toch wel het moeilijkst te regelen is. Kom het maar tegen dat je meubelen een halve meter in het water staan. Betalen van een polderbelasting is te verwaarlozen ten aanzien van de miserie die je daardoor kunt vermijden.

Luc Coupillie
Provincieraadslid voor N-VA

402, 2019

De landbouw moet uit de wurggreep van steeds groter om nog toekomst te hebben

4 februari 19|

Volgens de berichtgeving op eDiksmuide breekt schepen van onder meer milieu Marc Deprez een lans voor de industriële veehouderij. Volgens Marc Deprez is er geen toekomst meer voor de kleine familiale landbouwbedrijven, wel voor industriële bedrijven. Dit zijn niet alleen straffe uitspraken voor een sociaal-liberaal, maar vooral voor een actief lid van het ABS, (Algemeen BoerenSyndicaat), de landbouworganisatie die al jaren opkomt voor de familiebedrijven en zich zo vaak hard opstelde tegen het grote Boerenbond-imperium. Naar mijn mening is het ABS-statement voor de verdediging van familiale landbouwbedrijven nog altijd heel terecht, maar soit.
Misschien is het sommige familiale landbouwbedrijven ook een kleine troost: ik deel de bovenstaande stelling van de schepen pro industriële veehouderij niet.  Ik denk dat de problemen én de toekomst voor onze landbouw elders zitten dan als oplossing alles overgeven aan de grootindustrie en de banken.

De kern

De landbouw heeft grote gevolgen op onze volksgezondheid, de natuur, het landschap en het inkomen van velen. Niemand kan daar rond. Ik ben een sociale, maar heel overtuigde ecologist. Ik kom op voor het algemeen belang en wil niet dat mensen in miserie terecht komen of dat nu een boer, een arbeider of iemand is die plots en lang ziek valt. Het voorbije jaar heb ik samen met sp.a-voorzitter John Crombez, samen met raadslid Bieke Moerman in alle stilte tientallen land- en tuinbouwbedrijven bezocht. We hebben daarbij vooral geluisterd en gekeken met als doel te leren en de ervaringen te gebruiken voor ons programma dat heel binnenkort voorgesteld wordt. We stonden versteld van de vele visies en innovaties die land- en tuinbouwers uitbouwen, vaak haaks en weerbarstig tegen de grootindustrie en de eenheidsworst. Bijna keer op keer hoorden we ook de roep naar verandering, de wurgende druk vanuit de banken om altijd maar groter te worden en dus dieper in de schulden te kruipen, het probleem van voldoende grond en het falende mestbeleid. Onze belangrijkste conclusies in halve telegramstijl:

Het Vlaams mestbeleid faalt

Vlaams parlementslid Bruno Tobback volgt het Vlaams mestbeleid al vele jaren van heel dichtbij. Toen hij

(meer…)

Ga naar de bovenkant